‘’Het is nuttig voor u dat Ik wegga, want als Ik niet wegga, zal de Trooster niet naar u toe komen’’ Johannes 16:7
‘’Je kunt Christus niet dienen zonder de Heilige Geest’’ – John Piper
In een vorig artikel1 schreef ik, samen met Jacques Brunt, over actuele misstanden betreffende het werk en de gaven van de Heilige Geest. We vroegen aandacht voor excessen rondom het spreken van de Geest, de overaccentuering van de bovennatuurlijke gaven en riepen de lezers op de ‘geesten te beproeven’. Te midden van verschillende waarschuwingen noemden we ook dat de Heilige Geest en de geestelijke gaven niettemin behoren tot een gezond christelijk leven. In dit artikel wil ik daarom aandacht vragen voor het belang van het werk van de Heilige Geest om een leven te kunnen leiden tot verheerlijking van God. Op een later moment wil ik in een vervolgartikel apart stilstaan bij de gaven van de Heilige Geest.
Het is nuttig voor u
Tijdens de laatste dagen voor Zijn sterven nam Jezus Zijn leerlingen apart en sprak Hij met hen over Zijn heengaan en de komst van de Heilige Geest. Hij wees hen op het feit dat de Heilige Geest als Trooster Zijn plaats op aarde zou innemen (Joh.14:16). Jezus moest eerst verheerlijkt worden (Joh.7:39), wilde de Heilige Geest als Plaatsvervanger Zijn intrek nemen in de harten van de gelovigen. Als de Heere Jezus hierover spreekt, beschrijft Hij die situatie als ‘nuttig’ of ‘beter’ (Joh.16:7). De komst van de Heilige Geest zou een beter tijdperk inluiden. Christus zou Zijn Geest uitstorten en de gelovigen ‘dopen in de Geest’, waardoor ze samen één (wereldwijd) lichaam vormen (1 Kor.12:13) en leven in eenheid van de Geest (Ef.4:3). De Heilige Geest zou de gelovigen doen inzien dat ze in Christus zijn en Christus in hen (Joh.14:20). De Geest zou de gelovigen verzegelen (Ef.1:13) en geestelijke gaven uitdelen tot opbouw van het lichaam van Christus (1 Kor.12:11). Niemand minder dan de Heilige Geest zou de gelovigen in de waarheid leiden (Joh.16:13) en Christus in hen verheerlijken (Joh.16:14). Ja, de Heilige Geest zal getuigen dat ze kinderen Gods zijn (Rom.8:16) en in en voor hen bidden (Rom.8:26). Dat alles omschrijft Jezus als ‘stromen van levend water’ (Joh.7:37). Dit leven door de Geest, waarin Jezus Christus het kloppende hart is, werd beloofd aan de discipelen en aan allen die tot levend geloof in Christus zouden komen. Als J.C. Ryle schrijft over de belofte van Jezus (‘stromen van levend water’ – Joh.7:37-39) merkt hij op: “Men zegt wel eens dat sommige passages het verdienen in gouden letters te worden gedrukt. Als dat zo is, dan is deze passage er zeker een van’’.
Onze houding ten opzichte van de Heilige Geest
Als je even de tijd neemt om deze heerlijke werkzaamheden van de Heilige Geest te overdenken, dan kom je al snel tot de conclusie dat het leven door de Geest geen extraatje is voor fanatieke christenen. Nee, het is zoals A.W. Tozer het omschrijft: “Het Geestvervulde leven is niet een speciale, luxe editie van het christendom. Het is onderdeel van Gods totale plan met al Zijn kinderen’’. Het is in dat verband dan ook goed te begrijpen dat in het Nieuwe Testament meer dan eens opgeroepen wordt om een leven te leiden onder de algehele beïnvloeding van de Heilige Geest. En dat laatste is geen vanzelfsprekendheid. Iedere christen ondervindt in zijn leven de verleiding om zich te laten vullen met andere dingen dan de Heilige Geest. We hebben een tegenstander, de satan, die bezig is ons weg te leiden van een Christusgericht leven. We hebben een zondig hart, dat ‘lekkend’ is en ons kan wegtrekken bij de dingen van God. We verliezen nogal eens de kracht van de Geest om in ons dagelijks leven God lief te hebben boven alles en de naaste als onszelf. Daarom is het van belang om onze houding ten opzichte van de Heilige Geest voortdurend te evalueren. In de Bijbel vind je dat we de Geest kunnen uitblussen door ongevoelig te zijn voor Zijn leiding en Zijn spreken (1 Thess.5:19). In de Efezebrief waarschuwt Paulus voor het bedroeven van de Heilige Geest door niet af te rekenen met allerlei ‘verfijnde’ zonden in ons leven (Ef.4:30). Het woord ‘bedroeven’ veronderstelt een relatie die de christen heeft met de Heilige Geest. Het is goed dat we ons daarvan bewust zijn!
Word vervuld met de Heilige Geest
In deze zelfde Efezebrief roept Paulus hartstochtelijk op om vervuld te worden met de Heilige Geest (Ef.5:18). Enkele dingen daarover zal ik noemen, die ik baseer op het boekje ‘Doop en vervulling met de Heilige Geest’ van John Stott. Allereerst, het is opvallend dat de apostel deze oproep verwoordt als een ‘bevel’. Het is geen vriendelijke suggestie, geen optie, maar een apostolische opdracht. Dit bevel geldt voor alle christenen wereldwijd, getuige het feit dat de zin in het meervoud is verwoord. Zoals niemand zich behoort te bedrinken aan wijn (vers 18a), zo zou iedere christen zich moeten laten vullen met de Heilige Geest (vers 18b). Veelzeggend is ook dat de zinsconstructie het toelaat vertaald te worden met ‘Laat u vullen met de Heilige Geest’. Het is alsof de Schrift zegt: ‘Laat het aan je gebeuren – het is God Die het in en door jou heen bewerkt’. Tot slot zou je kunnen opmerken dat het geschreven is als een bevel in de tegenwoordige tijd, wat wil zeggen dat ‘een voortdurende vervulling’ beoogd wordt. John Stott schrijft hierover: ‘’Het gaat dus niet om een eenmalige, ingrijpende ervaring waardoor de volheid van de Geest voor altijd een uitgemaakte zaak is, maar om een voortdurende toe-eigening van de Geest’’. Het is een herhalingsrecept uit de hemelse apotheek voor heel Gods gemeente en voor iedere individuele christen.
Doop en vervulling met de Heilige Geest
Waar deze oproepen om vervuld te worden met de Heilige Geest klinken, kunnen de wenkbrauwen zich gaan fronsen. Hoe zit het nu precies? We hebben de Heilige Geest toch ontvangen bij onze wedergeboorte? Is de Geest van God dan toch gedeeld? Heb ik een gedeelte van de Geest ontvangen en moet een ander deel nog worden uitgekeerd? In de theologie gaan hier bepaalde wegen uiteen. Sommige christenen beweren inderdaad dat tot geloof komen iets anders is dan ‘de Geest ontvangen’. Zij spreken over dat laatste als ‘een nadere weldaad’ of een ‘second blessing’. Weer andere groeperingen beweren dat de Geest slechts betrokken is in de wedergeboorte en zien praktisch verder geen rol van de Heilige Geest in dagelijkse christen leven. In dit scala van verwarring zou het kunnen helpen om onderscheid te maken tussen de ‘doop in de Heilige Geest’ en de ‘volheid van de Heilige Geest’ of ‘vervulling met de Heilige Geest’. De doop met de Heilige Geest kan worden gezien als de (eenmalige) gebeurtenis op het moment van de wedergeboorte. De Heilige Geest wekt de dode zondaar tot leven (Ef.2:4-5). De Heilige Geest maakt woning in het hart en voegt toe (‘doopt in’) aan het lichaam van Christus (1 Kor.12:13). Deze unieke gebeurtenis bepaalt of je een christen bent. Wie tot geloof gekomen is, moet noodzakelijkwijs de Geest ontvangen hebben. Er bestaan geen christenen zonder de Heilige Geest (Rom.8:9). Vanaf het moment dat je tot geloof gekomen bent mag je weten dat je samen met andere gelovigen ‘een woning van God in de Geest’ bent (Ef.2:22). Echter, daarmee is de kous niet af. Vanaf dat moment is het belangrijk om te verlangen naar de voortdurende vervulling met de Geest (Ef.5:18), om een voortdurend geleid worden door de Geest (Gal.5:18). Daarmee wordt niets anders bedoeld dan dat we leven onder de beïnvloeding van de Geest. Daarin is een groeiproces mogelijk, namelijk dat we groeien in geloof, in christelijk karakter, in vrijmoedigheid, in geesteskracht en geestesgaven. Dat proces van de werking van Gods Geest moeten we niet blokkeren of vertragen door gemakzucht, nonchalance of vrees (2 Tim.1:6-7), maar we zouden ons des te meer uit moeten strekken naar Zijn leiding en kracht (Gal.5:16-17). Je zou de Heilige Geest kunnen vergelijken met elektriciteit in een woning. Overal in onze ‘geestelijke woning’ hebben we de beschikking over de Heilige Geest, maar de vraag is of Hij ook overal de heerschappij heeft. Brandt in alle kamers van ons levenshuis het licht van de Heilige Geest? Dat laatste is het streven van de Geest, zodat we vervuld ‘worden tot heel de volheid van God’ (Ef.3:19).
Meer van de Geest?
Terwijl Paulus in de Efezebrief de gelovigen bemoedigt met het feit dat ze de Geest ontvangen hebben (Ef.4:3), met de Heilige Geest verzegeld zijn (Ef.1:13) en door de Geest de toegang hebben tot de Vader (Ef.2:18), aarzelt hij niet om tegelijkertijd te bidden dat God de christenen de Geest van wijsheid en van openbaring geeft (Ef.1:17) en dat God hen zal geven om ‘met kracht gesterkt te worden door Zijn Geest’ (Ef.3:16). Voor niets minder gaat Paulus op zijn knieën (Ef.3:14). Daarom moeten we ons niet laten dwingen tot een krampachtig spreken over het werk van Gods Geest, maar terwijl we God danken voor Zijn inwoning, Hem tegelijkertijd eenvoudig en vrijmoedig vragen Zijn invloed en kracht in ons leven te vermeerderen. We kunnen niet met minder. Willen we Christus kennen en bekend maken, zal Hij door Zijn Geest ons hele leven moeten doortrekken. Dat proces moeten we echter niet los zien van onze verantwoordelijkheid, namelijk dat we de Geest in ons laten werken en Hem heerschappij geven op alle terreinen van het leven. In dat opzicht moeten we waken voor fanatisme, namelijk dat we vurig bidden om de werking van Gods Geest en weigeren daar in ons leven ruim baan voor te scheppen. Dat laatste doen we door zonden af te leggen, nieuwe patronen aan te doen, op Jezus Christus te vertrouwen en geestelijke disciplines van Bijbelstudie, gebed en gemeenschap met gelovigen te onderhouden.
Effecten van de Heilige Geest
Hoe ziet een leven ‘vol van de Heilige Geest’ er dan uit? Laten we er niet al te theoretisch over spreken. Het christelijk leven is geen ingewikkeld stappenplan. Het is een eenvoudige wandel met God, waarin de geur van Christus door Zijn Geest wordt verspreid. We kunnen dat niet te sterk kaderen met allerlei voorschriften. Gelukkig niet. Wanneer ben je Geestvervuld? John Piper schrijft hierover iets heel moois: ‘’Als je Jezus als je schat ziet, dan heeft de Geest door je hart geblazen’’.
In het boek Handelingen en in de breedte van het Nieuwe Testament zie je dat de vervulling van de Heilige Geest leidt tot aanbidding van God (Ef.5:19), overwinning over zonde (Gal.5:17) en vrijmoedigheid in het getuigen van Jezus Christus (Hand.4:8,13). De werking van Gods Geest wordt zichtbaar in onderlinge gemeenschap en gebed (Hand.2:42) en in het functioneren van de gaven van de Heilige Geest tot opbouw van Jezus’ lichaam (1 Kor.12:11). Deze opsomming zou echter erg mager zijn, als het grote effect van Gods Geest onbenoemd zou blijven. Wat is dat dan?
Als Paulus spreekt over de toenemende werking van de Heilige Geest in ons leven, noemt Hij hét effect: namelijk dat ‘Christus door het geloof in onze harten zal wonen’ (Ef.3:17). Je zou dat kunnen omschrijven als het gegeven dat Christus de Heer is van ons hart, met heel Zijn volheid. Niet als gast of voorbijganger, maar als permanente bewoner. Warren Wiersbe omschrijft dat als het proces van heiliging, namelijk dat ‘Christ, who is resident, must become president in our hearts’. Een leven van totale heerschappij van Christus op basis van een diepe relatie met Hem. Je bent ondersteboven van Hem. Hij, Gods eigen Zoon, Die mens geworden is, stierf en opstond uit de dood, is het centrum van je bestaan. Christus is je schat. Je hebt genoeg aan Hem, maar nooit genoeg van Hem!
De vrucht van de Geest
Hoe je dus ook precies denkt over de werking van Gods Geest, het staat bovenaan Gods agenda om door de Geest Christus te verheerlijken (Joh.16:14). Al ons spreken over de Heilige Geest moet geplaatst worden in het licht van dat grote universele doel van God met Zijn Zoon en Diens bruid. Gods plan met deze schepping is tenslotte mensen te maken naar Zijn beeld (Gen.1:26). En dat wordt werkelijkheid doordat de gelovigen door de kracht van de Heilige Geest getransformeerd worden naar het karakter van Christus (Rom.8:29). Dat karakter kun je omschrijven met de negen aspecten van de vrucht van de Heilige Geest (Gal.5:22). Dat is het beeld dat God voor ogen heeft. Wil je schoonheid bewonderen, kijk dan naar deze eigenschappen die perfect weerspiegeld zijn in de persoon van Jezus. ‘’Alleen al het noemen van deze christelijke deugden is voldoende om ons te doen watertanden en onze harten sneller te doen kloppen. Dit is een portret van Jezus Christus’’ (John Stott). En al kijkend naar Hem, word je al meer veranderd naar Zijn beeld. Je gaat lijken op Wie je bewondert (2 Kor.3:18). Als dat je levensvreugde is, is de Geest in Zijn element!
Eindnoot
- Beproef de Geesten, Metaformose, 29e jaargang, 4e kwartaal 2020, nr. 128, p. 27-31