1. Welzalig de man die niet wandelt in de raad der goddelozen, die niet staat op de weg der zondaars, noch zit in de kring der spotters; 2. maar aan des HEREN wet zijn welgevallen heeft, en diens wet overpeinst bi dag en bij nacht. 3. Want hij is als een boom, geplant aan waterstromen,
Verder lezen?
Het volledige artikel lezen is uitsluitend mogelijk voor abonnees.
Bent u al abonnee? Log dan in en lees verder.