Vijf lessen over omgaan met conflicten tussen ouders en kinderen in de puberteit
Ouders dromen dromen. Dromen over zichzelf en over hun kinderen. Hun eigen onvervulde dromen, gedroomd voor hun kinderen? Teveel dromen! En de puberteit is de wekker. Plots doet een tiener anders dan je hoopt. Hij praat op een manier die je ongepast vindt. Hij klit aan vrienden die jij nooit zou kiezen. En daarenboven: teveel lawaai, te weinig discipline, en een overmaat aan eigengereidheid. Je hoopt dat hij volwassen reageert, maar dat doet hij niet. Je wil dat hij zijn onrijpheid inziet en zich zou laten sturen, maar hij heeft al te veel zelfstandigheid verworven om daar als ouder nog controle op uit te kunnen oefenen.
Lucie is 14. Ze heeft een vriendje. Correcter: ze heeft méér dan één vriendje. Pa en ma vermoeden het ergste, maar durven er niets over vragen. De vriendenkring van Lucie houdt van uitgaan en disco. Er worden alcoholische drankjes gemixt. In de ogen van pa en ma is Lucie een probleemgeval. Alles wat Lucie doet bekijken ze door een bril die bevestiging zoekt voor één ding: Lucie is een moeilijke tiener. Nu is Lucie misschien geen doorsnee kind, maar ze is ook niet één en al probleemgeval. Zij heeft een schat aan positieve vaardigheden en kan heel lief zijn. Onder de opstand zit vaak een zoeken naar waardering. Ouders die botsen met hun kinderen verliezen het positieve vaak uit het oog. Ook dreigen ze hun tiener af te keuren als persoon in plaats van duidelijk aan te geven dat ze het niet eens zijn met zijn gedrag. Gevolg: geen bevestiging meer en alle communicatie gaat over negatieve dingen.
Les 1: Blijf bevestigen wat goed gaat!
Pubers zijn in volle ontwikkeling. De zekerheden van de ouders worden vervangen door eigenheid, door zelfgekozen zelfstandigheid. Maar voor het zo ver is, verkeert een puber in een overgangsfase met angst over de eigen identiteit en onzekerheid. Handelen ‘omdat pa het zegt’ wordt vervangen door keuzen gebaseerd op eigen inzichten in een ontdekkingsreis naar volwassenheid. In die zoektocht naar stabiliteit moet de buitenwereld het ontgelden. De eigen groeipijn wordt geprojecteerd als onbegrip van de anderen. De eigen agressie wordt verklaard door de omgeving. Het eigen onvermogen wordt vertaald als de onmacht van wie om hen heen staan.
Les 2: Dat pubers botsen met hun ouders is normaal en hoort onlosmakelijk bij de groei naar wat ouders willen, namelijk volwassen kinderen.
Wie in dergelijke omstandigheden, de strijd voor het gelijk voert, verliest voor hij begint! Ouders die het gelijk aan hun kant willen bevestigen hun puber alleen maar dat zij er niets van snappen en voor de zoveelste keer de controle wil verwerven, ‘alsof ik nog een klein kind ben…” De generatie-oorlog gaat verder. In een oorlog wordt alles extreem. In de oorlog zijn vrienden ‘mega-cool’ en ouders oerdom. In plaats van te strijden voor het gelijk en bedreigingen te uiten is het zinvoller dat ouders zich afvragen wat de innerlijke behoeften van hun puber zijn. Misschien is de conclusie dan niet ‘ruim je kamer op of ik wordt boos’, maar ‘ga je volgende zaterdag mee naar de voetbalmatch?’ Een tiener heeft je lief wanneer hij zelf liefde ervaart (vgl. 1 Joh.4:19).
Les 3: Tieners aanvaarden en geborgenheid aanbieden levert meer op dan regels opleggen. Regels zonder liefde wekken rebellie.
De Bijbel roept kinderen op hun ouders te gehoorzamen. Dat moet gezegd worden. Maar ouders mogen hun kinderen niet verbitteren (Ef. 6:1-4). Verbittering is de vrucht van het niet voldoen aan de behoefte aan liefde en bescherming. Verbitterde mensen – en tieners! – voelen zich ongewaardeerd, gekleineerd, onheus behandeld, etc. Ouders hebben niet de bedoeling hun kinderen te verbitteren, maar ze doen het vaak wel. Je kan tieners niet ‘redden’ door hen te controleren en autoritair te behandelen. Een tiener voelt aan wanneer je reageert vanuit eigen frustratie, gemis aan zelfbeheersing, onwil te luisteren en tijd te geven, onvermogen om zeven maal zeven keer te vergeven, etc. Bij een botsing is luisteren productiever dan de les spellen en de eigen fouten of onvermogen ruiterlijk toegeven constructiever dan zichzelf een onaantastbare houding aanmeten. Je krant opzij leggen of je favoriete TV programma uitzetten om aandacht te besteden aan je tiener levert meer op dan preken.
Les 4: Corrigeer een tiener nooit vanuit eigen frustratie. Hou je motieven zuiver.
Gods gezag heeft twee kanten: wet en genade. Hij zegt waar het op staat, én gaat met Zijn kinderen op weg om hen te helpen die wet te onderhouden. De brieven in het boek Openbaring bevestigen de christenen in wat goed gaat, geven helder aan wat verandering behoeft, en schilderen de hoop die weggelegd is voor wie zich aan die verandering houdt. God gaat met ons door een groeiproces. Het is helder dat Zijn regels garanties bieden voor een hoopvolle toekomst. Indien je een probleem wilt bespreken: wat is het probleem? Welke oplossing wordt voorgesteld? Wat zijn daarvan de gevolgen? Welke afspraken stelt de tiener voor die aantonen dat hij in staat is verantwoordelijkheid te dragen? Welke gevolgen worden verbonden aan het al dan niet nakomen van de afspraken? Hou respectvol rekening met zijn inbreng, ideeën, emoties en verwachtingen. Kom tot een conclusie en laat zien hoe dit past in groei naar volwassenheid.
Les 5: Geef helder aan wat je verwachtingen zijn, bespreek deze met uw tiener en geef hem ruimte om te reageren met zijn eigen stijl, eigen aan zijn leefwereld.