Intimiteit bevorderen in huwelijkspastoraat

A A A

Communiceren over twistpunten eindigt vaak in argumenteren en ruzie. Degene die het het beste kan uitleggen ‘wint’ dan meestal. De andere is de verliezer. Hoe kom je tot een constructief gesprek over iets waarover je het oneens bent? Hoe los je zo iets op?
Jef De Vriese beschrijft een strategie die kan helpen om werkelijk te communiceren en binnen te komen in de leefwereld en de behoeften van de ander.

Intimiteit bevorderen
Seculaire echtpaartherapeuten gebruiken diverse methoden die erop gericht zijn om een echtpaar te leren onderhandelen. Men gaat ervan uit dat elke partner unieke verwachtingen en belangen heeft. Elke partner moet leren zijn belangen te ‘verdedigen’. Verschil in inzicht dient doorgewerkt te worden, zodat er een leefbaar compromis tot stand komt waar beide partners iets aan hebben.

Onder dit punt bespreken we een ‘gelouterde’ (zie W. Barrett en J. De Vriese, Helpen met de Bijbel, Gideon, 1986, p. 36-38) onderhandelingsmethode. Het feit dat seculaire therapeuten ervan uitgaan dat een relatie een zaak is van geven en nemen, 50% elk, heeft zijn uitwerking in de therapeutische technieken die men hanteert. Elke partner leert vrij kiezen wat hij geeft en neemt. Door onderling overleg ontvangt men en levert men in, men leert conflicten oplossen en tegelijk ontwikkelt men begrip voor elkaar. De methode die we louterden komt uit A. Vansteenwegen, Helpen in partnerrelatietherapie, Van Loghum-Slaterus,1983.

Uitgaan van de Bijbelse gedachte dat de huwelijksrelatie een onvoorwaardelijke overgave aan en omwille van de ander inhoudt, heeft tot gevolg dat de partners niet vrij zijn om te kiezen in hoever ze aan de noden van de ander tegemoet zullen komen. Ze zijn verplicht elkaar lief te hebben en alles te doen wat tot opbouw van de relatie is. We spreken daarom liever niet van een onderhandelingsmethode, maar van een strategie om intimiteit te bevorderen.

Het aanbrengen van de methode

Wat en hoe?
De hulpverlener stelt aan het paar voor om een methode aan te leren die een hulp is om beter te communiceren, en zo ook conflicten op een constructieve wijze op te lossen. Hij stelt voor dat beide partners om de beurt een punt aan de orde brengen, één punt per gesprek.

Het aanbrengen van een punt
De strategie om intimiteit te bevorderen kan alleen toegepast worden wanneer het onderwerp waarover men spreek een concreet gedrag van één van de partners behelst. Dit gedrag moet concreet aantoonbaar zijn. Veranderingen gebeuren niet in het algemene (‘Ik zou willen dat Jan meer op Jezus leek’). Dat moet ingevuld worden (‘Ik zou het fijn vinden als Jan mij meer liefhad.’). Maar dit moet op zijn beurt gespecificeerd worden (‘Ik zou willen dat Jan mij liefhad door wekelijks bloemen mee te brengen.’). Dus: Wat zou je fijn vinden in de praktijk? Hoe vaak? Wanneer? Op welke wijze? enz. Het gaat dus om een gedrag waarvan op een ondubbelzinnige wijze gecontroleerd kan worden of het gesteld is of niet. (Bijv. Het is niet mogelijk om te na te gaan of Ronny voldoende rekening houdt met het werk dat Maria deed. Het is wel mogelijk om na te gaan of Ronny bij het binnenkomen zijn voeten afveegt aan de mat, zodat de vloer die Maria pas schrobde niet vuil wordt.) Met andere woorden, het moet om een gedrag gaan dat al de kenmerken van goed huiswerk vertoont (Helpen met de Bijbel, p. 86-87). Het resultaat van de strategie moet in een goede huiswerkopdracht gevat kunnen worden.

Het spreekt vanzelf dat het punt waarover men spreekt binnen de mogelijkheden van de partner moet liggen. Het is voor de partner onmogelijk om zijn gevoelens te veranderen (zie: cassette Liefde: wat en hoe?). Hij heeft ook het gedrag van de anderen niet in de hand (bijv. van zijn ouders). Onrealistische verwachtingen kunnen nooit ingelost worden (bijv. ‘Ik zou willen dat Luc altijd een zacht antwoord geeft als ik hem iets vraag.’).

Tot slot merken we op dat de strategie om intimiteit te bevorderen, die als doel heeft te leiden naar concrete en God welgevallige gedragsveranderingen, haar toepassing vindt bij gedrag dat regelmatig terugkomt.

De start van de strategie om intimiteit te bevorderen kan als volgt luiden:

“Het is in een relatie onmogelijk om alles in één keer te veranderen. Verandering gebeurt stap voor stap, één punt tegelijk. Kunnen jullie eens een punt noemen dat jullie belangrijk vinden om aan te werken. Dat kan iets zijn wat jullie beiden belangrijk vinden, maar ook iets wat slechts één van jullie graag zou willen. Hoe dan ook, jullie komen allebei om de beurt aan bod om een punt voor te stellen dat we kunnen doorwerken. Wie gaat er beginnen? Wie heeft er iets?”

Merk op dat het echtpaar zelf het punt kan kiezen. Ze moeten beiden bereid zijn om aan dat ene punt te werken. Ze weten ook dat ze allebei evenveel kans krijgen om dingen aan de orde te brengen.

Fase 1: De voorbereiding

Met A
Nadat men het over een punt dat besproken moet worden eens is, begint de hulpverlener met de partner die het punt heeft aangebracht (A). De bedoeling is om dit punt verder intensief te analyseren. De hulpverlener komt zo tot een gedetailleerde omschrijving van het probleem of de wens van A. De intensieve analyse situeert zich niet alleen op het vlak van WAT er gebeurt (Wie doet wat? Wanneer? Waar? Hoe vaak? Op welke wijze? enz.), maar ook op het terrein van de gevoelens (Wat betekent dit voor A? Hoe voelt A zich daar bij? Welk belang heeft dit voor A?)

H.: Heeft één van jullie wat?
A.: Ik vind dat hij geen aandacht heeft voor mij.
H.: Je vindt dat hij geen aandacht heeft voor jou.
A.: Ik loop maar rond en ik doe het huishouden. Ik zorg voor de kinderen, maar ja, dat kan evengoed een meid doen, of een kinderoppas.
H.: Welke nood ervaar je als je deze dingen zo noemt?
A.: Ik zou graag hebben dat hij een beetje aandacht heeft voor mij. Hij moet daar niet ‘k weet niet wat voor doen of elke dag met bloemetjes thuis komen. Dat gaat immers niet. Maar gewoon… Je hebt een ganse dag van alles meegemaakt en je babbelt daar een beetje over. Of gewoon, ik hoef dan niet over mijn dag te praten, maar als hij nu gewoon zou vertellen hoe hij het die dag gehad heeft… Dat zou ik ook al fijn vinden.
H.: Jouw nood is een nood aan aandacht, gewaardeerd worden?
A.: Ja.
H.: Noem eens een praktisch voorbeeld van iets wat je fijn zou vinden, waardoor het voor jou duidelijk is dat je gewaardeerd wordt.
A.: Ik zou willen dat hij meer genegenheid toont voor mij.
H.: Wat zou hij daarvoor dan kunnen doen?
A.: Ja, bijvoorbeeld, als hij nu de post aan het doorlezen is, en hij zou zeggen: “Oh zie dat eens,” bijvoorbeeld al is het een rekening van de waterleiding, en hij zou zeggen: “Bieke, hier is een rekening van de waterleiding en we moeten zoveel betalen.” Maar dan betrekt hij mij daar toch in…
H.: Wat zou dat voor u betekenen?
A.: Ja, dan voel ik mij daarbij betrokken, dan voel ik dat wij samen horen? Ja, die rekening van de waterleiding, ja, maar die moeten we dan samen betalen. Dan voel ik mij daarbij betrokken. Ik heb vaak het gevoel dat wij naast elkaar leven in plaats van met elkaar.
H.: Ik zou mij betrokken voelen in de relatie als…
A.: …als we wanneer hij thuiskomt samen de post zouden doornemen. Ja, omdat dat zijn eerste bezigheid is. En dat we ook tijd zouden hebben om te zeggen hoe het die dag geweest is. Dat hij op die manier interesse zou tonen.
H.: Jouw punt is dus: ‘Ik zou het fijn vinden om na het thuis komen samen de post door te nemen en tijd te nemen om samen te spreken’?
A.: Ja.
H.: Zou je bereid zijn voor dit punt een oplossing te zoeken die jullie relatie ten goede komt, overeenkomstig het doel dat God met jullie huwelijk heeft?
A.: Ja, daar wil ik over praten.

Met B
Hier krijgt B de kans om zijn visie op het punt aan de therapeut mee te delen. Er volgt nu een intensieve analyse van. Merk wel op dat het niet de bedoeling is dat B reageert op wat A gezegd heeft, maar dat B verteld hoe hij het punt zelf ervaart.

H.: Ludo, wat zou jij fijn vinden wat dit punt betreft?
B.: Ik vind dat eerlijk gezegd raar hoor, liefde boven de waterleiding…
H.: Je bedoelt dat jij er minder behoefte aan hebt om die dingen samen te doen?
B.: ‘t Is niet dat ik niets samen wil doen, maar als ik thuis kom moet ik eens alles van mij af kunnen zetten. Liefst niet te veel over het werk praten. Dat is toch hetzelfde op een paar dingen na. Ik wil gewoon eerst een half uurtje leeg lopen en dan is er tijd voor… Dat is mijn nood aan aandacht: geen aandacht.
H.: Je hebt een stuk rust nodig?
B.: Ja, je hebt al met iedereen gesproken en de ganse dag je verantwoordelijkheden op je genomen. Die post is daar ook een deel van. Er zitten rekeningen in en…ja, wat zit er allemaal niet in. En dat is vroeger al afgesproken wie wat ging doen, wie zich best waar in voelde. Dus is dat maar juist dat ik dat even op orde zet.
H.: Wacht even. Je bent argumenten aan het gebruiken om jouw wensen te verdedigen. Zo’n argumenten leiden alleen tot meer discussie. Wie het het best kan uitleggen wint dan meestal. In de strategie die we nu volgen is het verboden om argumenten te gebruiken. Het enige wat je mag doen is vertellen hoe je de dingen zelf ervaart.
B.: Oké. Als ik thuis kom heb ik even rust nodig. Ik kan dat niet aan om als ik thuis kom een heleboel uitleg te horen over vriendinnen, de kinderen, en van alles. Ik kan dat dan niet volgen. Dat gaat gemakkelijker als ik even bekomen ben.
H.: Wat jij dus nodig hebt is rust. Dat zou volgens jou het beste kunnen door als je thuiskomt te kunnen doen wat je maar wilt, bijvoorbeeld in je eentje de post doornemen, als je maar niet hoeft intensief naar je vouw te luisteren.
B.: Dat is het.
H.: Ben je bereid om daarover te spreken en aan een oplossing te werken die past in het doel dat God met jullie huwelijk heeft?
B.: Ja.

Fase 2: De bril van A

In fase 1 spreken de partners elk afzonderlijk, in het bijzijn van de ander, met de hulpverlener. In fase twee gaan ze met elkaar spreken. Het is nuttig om hen te vragen hun stoelen naar elkaar te draaien, zodat ze gemakkelijker met elkaar kunnen praten. Na het analyseren van de beide kanten in fase 1, krijgt A de kans om de bril waarmee hij de zaak bekijkt aan B te vertellen. Dit gebeurt via drie vragen:

  • Doe aan je partner een concreet voorstel, leg hem een wens voor, enz.
  • Wat zou het voor jou betekenen als het verloopt zoals jij dat graag wilt?
  • Wat zou het voor jou betekenen als het niet gaat zoals je wilt?
  • Wat zou het belang voor jullie relatie zijn als het punt wat je aanbrengt zou verlopen naar jouw zin?
  • Wat zou het nadeel voor jullie relatie zijn als het niet volgens jouw wens verloopt?

A formuleert zijn antwoorden op deze vragen, terwijl B luistert en zich inleeft in wat A vertelt. B mag niet reageren op wat A vertelt. Hij mag enkel, nadat A uitgesproken is, met zijn eigen woorden samenvatten wat A gezegd heeft. A controleert of de samenvatting die B gaf inderdaad ook is wat er gezegd werd.

H.: Bieke, leg eens aan Ludo uit wat je graag zou willen. Wat is jouw vraag voor hem?
A.: Ik zou graag betrokken willen worden bij het doornemen van de dagelijkse post, wanneer je thuis komt, en dat we nadien tijd nemen om te praten.
H.: Kan je dat samenvatten Ludo?
B.: Je wil met mij de post doornemen en nadien babbelen.
A.: Ja.
H.: Probeer eens aan Ludo te vertellen wat het voor jou zou betekenen als je krijgt wat je vraagt.
A.: Als we samen zouden de post doornemen, dan zou ik mij betrokken voelen. Dat geeft mij het gevoel dat wij tenminste samen horen.
H.: Vat maar samen Ludo.
B.: Als ik met Bieke de post zou doornemen dan…
H.: Zeg het maar tegen haar. Als ik met jou…
B.: Als ik met jou de post zou doornemen zou dat betekenen dat je betrokken bent, dat je erbij hoort.
A.: Dat we samen horen.
B.: Ja, dat we samen horen.
A.: Ja.
H. Probeer eens te zeggen wat het voor jou zou betekenen als het niet verloopt zoals jij dat fijn vindt.
A.: Ja, als ik mij niet betrokken voel dan is het alsof ik er gewoon maar ben om het huishouden te doen. En we zijn toch getrouwd omdat we elkaar graag zagen, hé? Niet omdat je een huisvrouw of een kuisvrouw nodig had, of een kinderoppas. Het is niet dat ik dat niet graag doe, maar…
H.: Wacht even Bieke. Je bent bezig met argumenten naar voor te brengen. Dat is niet toegestaan. Het zou voor mij betekenen dat…
A.: Het zou voor mij betekenen dat je me niet apprecieert. Je moet dat daarom niet in woorden zeggen.
H.: Het zou voor mij betekenen dat ik… Spreek maar over jezelf.
A.: Ja. Dan voel ik mij overbodig.
B.: Dat zeg je altijd. Maar je bent toch niet overbodig?
H.: Ludo, wil je je beperken tot wat Bieke gezegd heeft? Zet je eigen gedachten eens opzij en luister naar hoe zij het ervaart. Haar gevoelens zijn echt. Daar valt niet over te redetwisten. Vat maar samen wat Bieke zei.
B.: Dan voel jij je overbodig, niet echt deel van het gezin.
A.: Ja, dan voel ik mij geen deel, echt deel van het gezin. Ja.
H.: Een laatste puntje om het nog wat te verduidelijken. Wat zou het voor jou voor de relatie betekenen dat het naar jouw wens verloopt.
A.: Dat zou veel veranderen. Alé, ik denk dat… ja…
H.: Hoe zou je je daar bij voelen?
A.: Ik zou mijn veel gelukkiger voelen.
B.: Het zou voor jou betekenen dat het gevoel van liefde er zou zijn, je zou gelukkiger zijn.
A.: Ja, ik zou meer om jou kunnen geven.
B.: Het zou je helpen om van mij te houden.
A.: Ik denk dat ik ook geduldiger zou zijn ten opzichte van u.
B.: Je zou dan meer geduld kunnen opbrengen.
A.: Ja.

Fase 3: De bril van B

Zelfde als fase 2, maar nu luistert A en vat A de zienswijze van B samen.

H.: We zullen nu de rollen eens omdraaien. Ludo, probeer eens aan Bieke te vertellen wat het voor jou betekent om rustig thuis te komen, op je eentje te zijn, enz. Wat is voor jou het belang van wat jij graag zou willen?
B.: Dat zou betekenen dat ik zou kunnen op mijn manier zonder iemand lastig te vallen een stoom van werk kan aflaten. Dat ik echt thuis ben en… Thuis dat wil zeggen, waar ze mij begrijpen en waar ze me dus niet komen lastig vallen met van alles en nog wat, waar ik stoom kan aflaten. Dat zou dat voor mij betekenen.
H.: Vat maar eens samen, Bieke.
A.: Je wil gewoon rust. Ik denk dat je…
B.: Nee. ‘t Is niet dat ik niets met u te maken wil hebben. Rust dat is zo niet van…
H.: Wat betekent die rust voor u?
B.: Geen gezeur aan mijn oren. Zo een rustig, gewoon zien dat het huis er nog staat en dat de kinderen goed gaan. Dat alles draait en zeilt. Dat datgene waarvoor je werkt in goede gezondheid leeft en dat je dat zo vanop een afstand genietend kan bekijken.
A.: Je wilt met rust gelaten worden omdat dat helpt om van het gezin te genieten?
B.: Ja, dat is zo’n rust en de volgende stap zou zijn dat je dan het geluk dat je vanop afstand hebt gezien, dat je daar dan binnenstapt. Dan moet er geen gezaag meer zijn over het werk. Dat is dan afgesloten en heb je tijd om bij elkaar te zijn.
H.: Ludo, je vertelt voortdurend hoe Bieke zou moeten reageren, maar je zegt weinig over jezelf en hoe jij dat zou ervaren.
B.: Als het zou gaan zoals ik dat wil, zou ik mij gemakkelijker kunnen aanpassen om mij thuis te voelen en interesse te tonen.
A.: Ik denk dat je je dan thuis voelt, weg van de beslommeringen van het werk.
H.: Is dat wat je bedoelt?
B.: Ja, dat is daar waar ik begrepen word.
H.: Je spreekt terug over hoe de anderen zouden moeten zijn. Zeg het eens in een zin waarin je zelf de actieve persoon bent.
B.: Dan zou ik mij begrepen voelen.
H.: Bieke…
A.: Dan zou hij zich..
H.: Zeg het maar tegen hem. Dan zou jij…
A.: Dan zou jij je begrepen voelen. Je hebt het nodig om rustig thuis te komen en het werk van je af te zetten, een tijdje met de post bezig zijn of zo, en pas dan kan je overstappen naar het huishouden en zo.
H.: Is dat wat je bedoelde?
B.: Ja
H.: Nog een laatste vraag. Wat zou het voor de onderlinge relatie betekenen als het gaat zoals jij graag wilt?
B.: Ik denk dat ik dan een grotere bereidheid zou hebben om mee te spelen in het huishouden, om ook te doen wat er van mij verwacht wordt.
A.: Ik denk dat ik je moet laten thuis komen, uw werk van u laten afzetten door bijvoorbeeld de post door te nemen. Pas dan kan je overstappen naar het gezin. Jij hebt dat precies nodig, zo’n overgang tussenin.
B.: Hm.
H.: Je bent het eens met die samenvatting?
B.: Ja

Fase 4: Samenvattende herformulering

De hulpverlener vat kort de verschillende visies samen. Hij herformuleert het aangehaalde probleem. In plaats van het punt samen te vatten in termen die de ander beschuldigen (Hij heeft geen aandacht. Zij gunt mij geen rust), vat hij het probleem samen in termen van behoeften, betekenis, belang (Ik heb nood aan.. Het is voor mij belangrijk dat… Ik voel mij in dat geval…). Deze interpretatie wordt gecontroleerd. Kunnen de partners zich vinden in de samenvatting?

H.: Als jullie de indruk hebben dat de ander onder woorden kon brengen wat er in je leeft en dat je zelf het belang van het onderwerp voldoende hebt kunnen naar voor brengen, gaan we over tot de volgende stap. Niemand heeft nog vragen aan de ander om tot een beter begrip te komen?
A. & B.: Nee.
H.: Dan wil ik zelf nog eens samenvatten wat ik meen te zien. Bieke heeft behoefte aan aandacht en waardering. Ludo heeft behoefte aan rust. Vaak zijn we voortdurend met onze eigen behoeften bezig, zodat we de nood die de ander heeft niet zien. Ludo, jij dacht dat Bieke voortdurend zeurde en jou geen rust gunde, maar reden van haar handelen is dat ze nood heeft aan aandacht die haar gewaardeerd laat voelen. Bieke, jij dacht dat Ludo je niet wilde waarderen, maar wat hij eigenlijk nodig had was rust om het werk achter zich te laten en nadien in het gezin in te kunnen stappen.
H.: Is dit een goede samenvatting?
A. & B.: Ja.

Fase 5: Wederzijdse overgave

H.: De volgende stap heeft te maken met de vraag hoe jullie aan elkaars noden tegemoet kunnen komen. Jullie hebben allebei een verschillende nood, een verschillend verlangen. Hoe kunnen jullie aan de behoeften van de andere voldoen, zodat die ander daar beter van wordt, en zodat jullie relatie daardoor opgebouwd wordt.
Ik wil even verwijzen naar de liefde waar de Bijbel over spreekt. Gods liefde geeft zich onvoorwaardelijk aan de ander. Christus was niet uit op het voldoen aan zijn eigen belangen, maar hij zocht het belang van zijn Vader en van de mensen. Denk nu eens even aan het doel van het huwelijk en de rol van man en vrouw, zoals God dat bedoeld heeft. Haal er eventueel Efeziërs 5:22-33 bij. Als jullie dat voor ogen houden, hoe zouden jullie dan het beste kunnen reageren ten opzichte van de ander? Denk daar maar even over na….
H.: Ludo, heb jij een idee hoe je je vrouw zou kunnen voeden en koesteren, zoals Christus de gemeente? Hoe zou je haar kunnen dienen?
A.: Als ik terugdenk aan het doornemen van de rekening van de waterleiding… Tot hiertoe zag ik het belang niet om dat samen door te nemen. Als dat kan helpen, dan wil ik dat graag doen. Ik wil Bieke het gevoel geven dat ze er bij hoort.
H.: Bieke, wat is jouw conclusie?
A.: Het is eigenlijk niet echt nodig om samen die stapel post door te nemen. Ik had je al de hele dag niet gezien, en dan wil ik praten. Ik wist niet dat je die overgang nodig hebt. Je mag gerust in je eentje de post doornemen.
H.: Hoor ik het goed dat jullie allebei bereid zijn om alles in te leveren, omwille van de ander?
A. & B: Ja.

Echtparen zover krijgen is het moeilijkste punt. Als ze echter doordrongen zijn van de doelstellingen van het huwelijk en de hulpverlening gestart is met het leggen van het fundament aangaande wat een huwelijk is, en als ze beiden voldoende hoop hebben om zich aan Gods wil over te geven, is het meestal geen probleem om tot een wederzijdse onvoorwaardelijke overgave te komen. In het geval van Ludo en Bieke, hebben ze zelfs gekibbeld over wie er zou toegeven. Dat gebeurt niet vaak!

Fase 6: Praktische afspraak op voorstel van A

De partner die het punt aan de orde bracht kan nu een voorstel doen om het punt aan te pakken. Hij moet bereid zijn om zichzelf helemaal te geven. Toch is het belangrijk dat er voor de opbouw van de relatie een afspraak gemaakt kan worden waardoor aan hun beide noden tegemoet gekomen wordt. We zoeken dus naar een oplossing waarbij beide partners de indruk hebben: “wij hebben gewonnen”. Als één van beiden het gevoel heeft “ik heb gewonnen en de ander verloren”, is het geen goede afspraak. Het is zeer belangrijk dat niet één partner de volledige prijs moet betalen, terwijl de ander geen bereidheid toont om ook te geven. Dit kan natuurlijk wel het geval zijn, als er een onwillige partner is. Een goede afspraak waardoor beiden verder komen, legt echter de nadruk op hun wederzijdse verantwoordelijkheden. Indien een partner te snel een oplossing voorstelt naar de wens van de andere, let dan wel of die andere van die situatie geen misbruik maakt en of die partner wel in staat zal zijn om zijn belofte te houden.

Na het maken van een afspraak wordt een proeftijd voorgesteld en krijgt het paar de afspraak mee als huiswerkopdracht.

H.: Hoe gaan jullie dat nu praktisch regelen? Probeer eens tot een afspraak te komen waardoor je allebei een stap verder komt. Bieke, jij hebt dit punt naar voor gebracht. Doe eens een voorstel aan Ludo.
A.: Ik denk dat je best eerst de post doorneemt. Zal je niet nieuwsgierig zijn naar wat er binnengekomen is die dag?
B.: Ja.
A.: Neem dan maar eerst de post door. Ondertussen zet ik een kopje koffie en kunnen we nadien wat babbelen.
H.: Hoe lang moet dat volgens jou duren, de post doornemen?
A.: Moet daar een tijd op staan?
H.: Hoe duidelijker de afspraak, hoe duidelijker ieder weet wat hij moet doen om zich aan de afspraak te houden en des te minder problemen om na te gaan of u zich aan de afspraak houdt.
A.: ‘k Weet niet… Een half uurtje.
H.: Ik zou het fijn vinden dat…
A.: Ik zou het fijn vinden dat je als je thuis komt een half uurtje uitblaast, eventueel de post doorneemt, en dat we nadien kunnen praten.

Reactie van B op het voorstel van A

B krijgt de kans om het voorstel van A te aanvaarden of aan te passen. De volgende fasen zijn afhankelijk van hoe snel A en B tot een akkoord komen. Als B immers een aanpassing voorstelt, krijgt A de kans om op dat voorstel te reageren, enz.

H.: Ludo, wat denk je daarvan?
B.: Misschien is een half uur een beetje lang, maar laat het ons daar maar bij houden. Ik vind dat een goed voorstel.

Samenvatting van het voorstel

H.: Jullie spreken dus met elkaar af dat Ludo als hij thuiskomt een half uur kan rusten en de post doornemen, en dat jullie nadien met elkaar spreken.
A. & B.: Ja.
H.: Met deze afspraak leveren jullie allebei wat in. Bieke zal geduldig moeten wachten tot wanneer Ludo stoom heeft afgelaten. Ludo zal een inspanning moeten doen om aan Bieke aandacht te geven zoals zij dat graag heeft, namelijk door te luisteren naar wat ze meemaakte die dag. Doordat jullie allebei bereid zijn om te geven, is er ook een grote winst: er wordt aan jullie beide behoeften voldaan. Jullie zorgen voor elkaar. Bieke krijgt aandacht en kan zich daardoor betrokken voelen. Ludo krijgt rust en kan zich daardoor gemakkelijker thuis voelen. Jullie relatie wordt daar beter van.
Ik zou willen voorstellen dat jullie dit een maand uitproberen. Jullie hebben jezelf dus huiswerk gegeven. We schrijven het voorstel op, en na een maand evalueren we hoe het gegaan is. Oké ?
A. & B.: Ja.