Het is niet gemakkelijk om het evangelie te verkondigen. Het is niet gemakkelijk om een aanknopingspunt te vinden om iemand over de mogelijkheid tot redding door het offer van de Heere Jezus te vertellen. In de praktijk vertrekken we meestal bij de nood van de persoon zelf: we proberen hem duidelijk te maken dat hij, vanuit Gods oogpunt bekeken, een zondaar is en dat het daarom onmogelijk is om in eigen kracht, op grond van eigen werken, God te bereiken. Eens de toehoorder dit begrijpt en erkent, beseft hij dat hij een probleem heeft dat hij niet zelf kan oplossen. God heeft echter, doordat Hij Zijn zoon gezonden heeft om te sterven voor jouw zonden, voorzien in een oplossing voor jouw probleem. Via het kruis kan je alsnog bij God komen. Het kruis vormt de brug die het mogelijk maakt om de onoverkoombaar een kloof tussen God en de mens over te steken, en voor eeuwig bij God te komen. Door het kruis worden je zonden vergeven, en ontvang je eeuwig heil.
De meeste van de evangelisatiemethodes die wij gebruiken nemen op een gelijkaardige manier onze eigen nood als uitgangspunt, en vertellen de toehoorder dat God in een oplossing voor zijn persoonlijke nood heeft voorzien. Als zodanig zijn ze erg mensgericht. De boodschap wordt ondersteund door talloze Bijbelteksten, die voor het overgrote deel, los van hun context, uit het Nieuwe Testament gehaald worden.
Op zich hoeft hier niets fout mee te zijn, en het is duidelijk dat vele mensen door deze verkondiging tot levend geloof in de Heere Jezus komen, maar toch is het interessant om te zien hoe de prediking in Handelingen het evangelie vanuit een ander perspectief benadert. Wanneer we de verschillende preken in Handelingen analyseren, ontdekken we dat ze allemaal een gelijkaardige structuur hebben.1 In dit artikel willen we deze structuur nader bekijken, en stilstaan bij de relevantie hiervan voor onze eigen evangelieprediking vandaag.
Het evangelie in Handelingen
De verschillende preken in Handelingen hebben allemaal een gelijkaardige structuur:
1. De beloften vervuld (Hand. 2:16-18; 3:18, 20-21, 24; 10:36,43; 17:24-28; 26: 6, 22, 27)
Elk van de preken in Handelingen begint met de boodschap van het evangelie stevig te wortelen in het Oude Testament. De beloften die God in het Oude Testament gedaan heeft, en de profetieën die door de profeten tot ons gekomen zijn, worden in Jezus vervuld. Op het eerste zicht zou dit verklaard kunnen worden door het gegeven dat de meeste van de toehoorders in Handelingen waren joden, of heidenen die erg betrokken waren bij het Jodendom. Toch wordt ook de preek van Paulus op de Areopagus in Athene diep in het Oude Testament.
2. Jezus gezalfd als Messias (Hand. 10:37-38)
Jezus is de beloofde en langverwachte Messias, en wordt bij Zijn doop door God als zodanig bevestigd.
3. Bediening begint in Galilea (Hand. 10:37)
Na Zijn doop begint Jezus in Galilea met zijn bediening.
4. Wonderen en tekenen (Hand. 2:19-20, 22; 10: 37-38)
Tijdens Zijn bediening verrichtte Jezus vele wonderen en tekenen, en maakte Hij op die manier duidelijk dat de kracht van God door Hem heen werkte.
5. Jezus gekruisigd (Hand. 2:23; 3:13-15, 18; 10:39; 26:23)
Het lijden en de kruisiging van Jezus vormden vanaf het begin een onderdeel van Gods plan. De verantwoordelijkheid hiervoor wordt meermaals direct bij de luisteraars gelegd.
6. Jezus opgestaan uit de dood (Hand. 2:24, 32; 3:15, 26; 10:40; 17:31; 26:8, 23)
Jezus is lichamelijk opgestaan uit de dood, en is meermaals verschenen aan vele van Zijn discipelen. De opstanding vormt het bewijs van de boodschap, en de verschijningen vormen het bewijs van de opstanding.
7. Jezus is door God verhoogd (Hand. 2:25, 33; 3:13; 10:36; 26:12-13, 19)
Jezus is door God verheerlijkt, zit aan de rechterhand van God en wordt Heere genoemd.
8. De uitstorting van de Heilige Geest (Hand. 2:18, 33, 38; 10:44-47)
Jezus heeft de belofte van de Heilige Geest ontvangen, en de Heilige Geest wordt uitgestort over de gemeente.
9. De wederkomst (Hand. 3:19-20; 10:42; 17:31)
Deze Jezus zal, zoals tevoren aangekondigd, terugkeren om de levenden en doden te oordelen.
10. Bekeert u en laat u dopen (Hand.2:28; 3:19, 26; 10:43, 47-48; 17:30; 26:18, 20, 29)
De onontkoombare conclusie van deze prediking is: “Bekeert u en laat u dopen!” Hieraan wordt dan ook telkens massaal gevolg gegeven.
Twee dingen
In deze prediking valt het gelijk op dat niet de persoonlijke nood van de luisteraar centraal staat in de boodschap, maar wel het plan en het werk van God. Het gaat over het heilsplan dat God al vanaf het begin vooropgesteld heeft, en de manier hoe dat heilsplan in de persoon van Jezus zijn vervulling gekregen heeft.
Verder valt het op dat er drie elementen zijn die in elke preek terugkeren: de beloften uit het Oude Testament zijn vervuld, Jezus is opgestaan uit de dood en de conclusie hiervan: “Bekeert u en laat u dopen”. Deze drie elementen vormen dan ook de kern, de essentie, van het evangelie zoals dat in het boek Handelingen gepredikt wordt.
Relevantie voor vandaag
De manier hoe de apostelen in het boek Handelingen het evangelie predikten, draagt een aantal accenten in zich die belangrijk zijn voor onze eigen verkondiging vandaag.
– Het belang van de schepping
De vraag of de wereld zoals wij hem kennen, tot stand gekomen is door schepping of door evolutie, is een van de belangrijkste vragen van onze tijd. Deze vraag betreft de kern van het evangelie, het fundament van het geloof.
Als het zo is dat de mens op de een of andere manier geëvolueerd is uit andere dieren en organismen, heeft dat verstrekkende gevolgen voor onze relatie met God. In dat geval is er immers geen persoonlijke relatie met de Schepper, en verschillen we niet wezenlijk van de dieren. In een maatschappij die zeer breed gelooft dat dit het geval is, is het ook niet verwonderlijk dat mensen zich steeds meer laten leiden door hun driften (hormonen) en niet langer door datgene wat hun Schepper zegt.
De Bijbel geeft ondubbelzinnig aan dat God planten en dieren geschapen heeft “naar hun soort” (Gen. 1:11, 12, 21, 24, 25). Dat betekent dat de mens uniek is, en een unieke relatie met zijn Schepper geniet. De mens onderscheidt zich van de dieren door zijn relationeel vermogen, zijn vermogen om creatief te zijn, zijn vermogen om lief te hebben, zijn geweten en boven al door zijn vermogen om God te kennen (Gen. 3:8).
De manier hoe iemand de vraag “schepping versus evolutie” beantwoordt, is dus zeer bepalend voor de manier hoe hij zal luisteren naar de boodschap van het evangelie.
– Het belang van de zondeval
Wie de schepping ontkent, ontkent daarmee gelijk ook de persoonlijke zondeval. Indien de mens door evolutie tot stand gekomen is, wordt Gen. 1-11 immers gereduceerd tot een mooi verhaal, een mythe. Op die manier wordt de persoonlijke relatie met God, samen met de persoonlijke opstand tegen God (zonde), weggeredeneerd.
De Bijbel is echter duidelijk: de mens (zowel man als vrouw) heeft persoonlijk het gebod dat God hem gegeven had met de voeten getreden, en er voor gekozen om zijn eigen weg te gaan (Gen. 2:16-17; 3:6; 3:22-24). Dit heeft er toe geleid dat de heilige God, die eerst “bij de wind in de namiddag” (Gen. 3:8) in de hof wandelde, nu geen contact meer kan hebben met de zondige mens. De mens wordt daarom uit de hof van Eden verdreven, en overgegeven aan de eeuwige dood.
Tegelijk geeft God echter ook al een profetie die verwijst naar het evangelie, naar het werk van de Christus: “En Ik zal vijandschap teweegbrengen tussen u en de vrouw, en tussen uw nageslacht en haar Nageslacht; Dat zal u de kop vermorzelen, en u zult Het de hiel vermorzelen.” (Gen. 3:15).
– Het belang van het leven en werk van de Heere Jezus
De historische Jezus staat centraal in onze evangelieverkondiging. Hij is de vervulling van de beloften van het Oude Testament (zie o.a. Jes. 53), de langverwachte Messias. Heel Zijn leven en Zijn bediening staan in het teken van de uiteindelijke reden waarom Hij gekomen is: zijn lijden, sterven en opstanding.
Jezus is niet alleen maar een goed mens die ons een goed voorbeeld gegeven heeft hoe we zelf zouden kunnen leven. Jezus is ook niet een soort ‘vermomde’ God, die vanuit Zijn goddelijkheid op aarde een perfect leven geleid heeft. Jezus is geboren als mens, heeft geleefd als mens en heeft alles doorgemaakt wat wij doormaken, en is gestorven als mens tot vergeving van onze zonden. Hij was zonder zonde, in Zijn geboorte en in Zijn leven, en was daarom in staat om een Middelaar te zijn tussen God en de mensen.
– Het belang van de opstanding
In onze kerkelijke kalender geven we doorgaans meer aandacht aan kerst dan aan Pasen. Dat is jammer, want de bevestiging van kerst ligt in Pasen. “En als Christus niet is opgewekt, dan is onze prediking zonder inhoud, en zonder inhoud is ook uw geloof. … En als Christus niet is opgewekt, is uw geloof zinloos; u bent dan nog in uw zonden. Dan zijn ook zij die in Christus ontslapen zijn, verloren. Als wij alleen voor dit leven op Christus onze hoop gevestigd hebben, zijn wij de meest beklagenswaardige van alle mensen.” (1 Kor. 15:14-19).
De opstanding staat centraal in de manier hoe de eerste gemeente het evangelie verkondigde, en hoort centraal te staan in onze eigen evangelieverkondiging. Het evangelie staat of valt met de historische opstanding. De opstanding is Gods bevestiging van het “Het is volbracht” dat Jezus uitsprak aan het kruis. De overwinning is behaald! Het is niet mogelijk om iemand het evangelie uit te leggen zonder over de opstanding te spreken.
– Het belang van hemel en hel
In onze evangelieverkondiging leggen we veel nadruk op het eeuwige leven, op de hemel. Vrijwel iedereen kent Joh. 3:16 uit het hoofd: “Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.” Ook met vers 17 uit het hoofdstuk kunnen we meestal wel uit de voeten: “Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou veroordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden.” Vers 18 wordt echter vrijwel nooit geciteerd: “Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar wie niet gelooft, is al veroordeeld, omdat hij niet geloofd heeft in de Naam van de eniggeboren Zoon van God.”
Het oordeel van God betekent eeuwig leven, gescheiden van God. Dat is de hel. De hel is een keiharde realiteit. De hel valt niet te vermijden door het bestaan ervan te ontkennen. De hel valt niet te vermijden door een “aanvaardbaar” of zelfs een “goed” leven te leiden. De hel valt alleen maar te vermijden door te geloven in de Naam van de eniggeboren Zoon van God.
Onze evangelieprediking hoort hier duidelijk over te zijn. Zonder de realiteit van de “hel” vervalt ook de realiteit van de “hemel”.
– Het belang van “de vijgenboom”
Elke evangelisatiepreek in het boek Handelingen wordt geworteld in het Oude Testament, met name in de profetieën over de te verwachten Messias.
Ook al hebben de meeste mensen aan wie wij het evangelie verkondigen geen flauw idee van de Bijbelse profetieën, toch zijn deze, net als in het boek Handelingen, ook vandaag nog van essentieel belang voor onze evangelieverkondiging. Sommige gedeelten in de Bijbel lezen immers bijna alsof het “de krant van vandaag” zou zijn ( zie o.a. Hos. 4:1-3; Lk. 21:7-29; Matt. 23:3-14). De ontwikkelingen in het Midden-Oosten, en met name het ontstaan van de staat Israël, zijn directe vervullingen van de profetieën uit Gods Woord, en een aansporing om de boodschap van het evangelie ernstig te nemen!
De conclusie van dit alles is dat de verkondiging van het evangelie een dringende zaak is en dat onze boodschap nog steeds dezelfde is als de boodschap van de apostelen in Handelingen: “Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen.” (Hand. 2:38).
Eindnoot
1 C.H. Dodd (1884-1973) stelt “that the speech before Cornelius represents the form of kerygma used by the primitive Churchin its earlier approaches to a wider preaching” (The Apostoloc Preaching and its Developments [London, 1936], p. 56). Hij vindt de structuur van deze preek, in meerdere of mindere mate, ook terug in de andere preken van Petrus in Handelingen. Ook wanneer we de preken van Paulus in Handelingen bestuderen, vinden we het zelfde “geraamte” terug.