Het belang van de liefde
De apostel Johannes schrijft in zijn eerste brief: ‘Want dit is de boodschap die u vanaf het begin gehoord hebt, dat wij elkaar moeten liefhebben’ (1 Johannes 3:11). Hij heeft het over dé boodschap. Het huisgezin van God, de gemeente van Jezus Christus, wordt gekenmerkt door onderlinge liefde. Zelfopofferende liefde is het cement dat de geestelijke stenen verbindt. Zij was een belangrijk onderdeel van het getuigenis van de vroege kerk. Zoals in de gemeente kenden de wereld en religieuze groeperingen de liefde immers niet.
Helaas zien we dat in deze gevallen wereld, met veel geestelijke strijd, relaties enorm onder druk staan. Jezus liet aan Zijn discipelen weten dat liefdeloosheid zelfs één van de kenmerken van de eindtijd zou zijn (Mat. 24:12). De Heere wil echter niet dat wij als individuen op ons eigen eilandje leven, maar Hij wil juist dat wij als leden van Zijn grote gezin liefdevol betrokken zijn op elkaar; we zijn geestelijk gezien broers en zussen (Efez. 2:19; 1 Petr. 1:22).
Geef de duivel geen voet
Het is belangrijk om te beseffen dat de meeste problemen in de wereld terug te voeren zijn tot relatieproblemen. Dat zien we in het bedrijfsleven en de politiek, maar ook in kerken, (christelijke) gezinnen en huwelijken. De duivel wil vanaf de zondeval niets liever dan dat mensen egoïstisch handelen en tegenover elkaar komen te staan. Satan spint garen bij onderlinge liefdeloosheid en verdeeldheid. Binnen de gemeenten zouden we ons meer bewust moeten zijn van deze geestelijke strijd. Hechte relaties, waarin het gekruisigde leven wordt gepraktiseerd en de wapenuitrusting wordt aangedaan, zullen ervoor zorgen dat de duivel echter geen voet aan de grond krijgt. Laten we daarom meer aandacht gaan geven aan het belang van hechte discipelschaprelaties. Zulke betekenisvolle relaties zijn nodig voor een gezond gemeenteleven. Discipelschap moet juist in deze laatste dagen voor Christus wederkomst prioriteit zijn.
Jezus laat zien hoe belangrijk de onderlinge liefde is: ‘Een nieuw gebod geef Ik u, namelijk dat u elkaar liefhebt; zoals Ik u liefgehad heb, moet u ook elkaar liefhebben. Hierdoor zullen allen inzien dat u Mijn discipelen bent: als u liefde onder elkaar hebt.’ (Joh. 13:34-35).
Zelfopofferende liefde
De zelfopofferende liefde van God wordt bij de wedergeboorte in het hart van de gelovigen uitgestort en dat wordt altijd zichtbaar in de onderlinge relaties (Rom. 5:5; 2 Petr. 1:7). Voor gemeenteopbouw en discipelschap zijn zulke liefdevolle relaties noodzakelijk. Om nieuwe gelovigen te discipelen is een diepe, persoonlijke, betrokken relatie nodig. Kenmerkend voor zulke relaties zijn kwetsbaarheid, persoonlijke aandacht en een open hart. Een voorbeeld hiervan vinden we in Paulus, die om deze redenen optrok met zijn leerlingen Timotheüs en Titus. De relatie tussen Paulus en zijn leerlingen was betekenisvol, omdat zijn doel was om zijn leerlingen te helpen meer op Christus te gaan lijken (Gal. 4:19). Jezus Zelf besteedde hier ook veel aandacht aan. De meeste tijd schonk Hij aan Zijn twaalf discipelen, die het dichtst bij Hem stonden. Telkens riep Jezus Zijn discipelen weer bij Zich (Mark. 3:14). Hij nam uitvoerig de tijd voor de twaalf en communiceerde op een open en eerlijke manier met hen. Jezus had Zijn discipelen van harte lief en schuwde de confrontatie en vermaning niet.
Eenheid in liefde en waarheid
Betekenisvolle relaties maken ook de geestelijke eenheid onder gelovigen zichtbaar. Jezus bad: ‘opdat zij allen één zullen zijn, zoals U, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zullen zijn, opdat de wereld zal geloven dat U Mij gezonden hebt. (…) Ik in hen, en U in Mij, opdat zij volmaakt één zijn en opdat de wereld erkent dat U Mij gezonden hebt en hen liefgehad hebt, zoals U Mij hebt liefgehad.’ (Joh. 17:21, 23). De liefdevolle eenheid onder gelovigen is een krachtig getuigenis naar de wereld. Door deze eenheid te zien zal de wereld erkennen dat God bestaat. De wereld zal bij het ervaren van deze onderlinge liefde erkennen dat Jezus de Zoon van God is, Die als Redder naar de wereld gekomen is. Dat was het indringende gebed van Jezus bij Zijn afscheid van deze wereld. Hierbij is het van belang om in deze tijd te benadrukken dat we als gemeente naast de liefde ook de waarheid en de heiligheid blijven hooghouden. Veel postmoderne christenen beklemtonen wel de liefde, maar willen niet meer weten van het belang van de waarheid. De valse oecumenische beweging gaat voor een liefde zonder waarheid. Paulus roept christenen daarentegen op om zich in liefde aan de waarheid vast te houden (Efez. 4:15).
Betekenisvolle relaties
Wat verstaan we nu onder ‘betekenisvolle’ relaties? ‘Betekenisvol’ zijn relaties, als de relatie niet een doel op zich is. Je werkt dus aan een relatie waarmee je voor de ander echt iets belangrijks kunt betekenen. (1) Je helpt elkaar meer gelijkvormig te worden aan Christus, (2) de relaties zijn bemoedigend van aard en gericht op praktische hulp, (3) de relaties zijn aanvurend om heilig en toegewijd te leven in het licht van de wederkomst (Hebr. 10:24-25). Regelmatig samenkomen voor gebed, accountability en bemoediging is van groot belang. Eveneens een onmisbare voorwaarde is, dat het veilig is onder elkaar. De maskers waarachter we ons kunnen verschuilen, mogen af. We moeten er namelijk van doordrongen zijn dat we allemaal van genade leven. Persoonlijke ervaringen, overwinningen, nederlagen en innerlijke strijd kunnen er worden gedeeld. Hierbij is integriteit van het hoogste belang, want roddel en veroordeling van elkaar kunnen veel kapotmaken.
Waarom zijn dergelijke relaties in de gemeente zo moeilijk?
Het eerste probleem is trots. We denken vaak te hoog van onszelf. ‘Want door de genade die mij gegeven is, zeg ik ieder onder u niet hoger te denken dan hij moet denken, maar laat hij denken in bescheidenheid, naar de mate van geloof zoals God die aan ieder heeft toebedeeld.’ (Rom. 12:3) Het gaat dikwijls fout als we ons vergelijken met andere christenen. Nee, we moeten juist Christus als ons Voorbeeld voor ogen houden. Als we ons vergelijken met medechristenen, zal dit leiden tot hoogmoed en trots, of aan de andere kant tot minderwaardigheidsgevoelens. Wanneer wij ons spiegelen aan Christus, zal het leiden tot nederigheid en ootmoed. Hierbij moeten we diep beseffen dat we allemaal volstrekt afhankelijk zijn van Gods genade. Een nederige en bescheiden houding zal ervoor zorgen dat conflicten opgelost worden. Een nederige gezindheid brengt ons altijd op de plek waar we samen knielen bij de voet van het kruis.
Een ander probleem is dat we veel vanuit onszelf denken en daarom onderlinge verschillen en verscheidenheid lastig vinden. God heeft echter eenieder anders gemaakt en samen vormen de gemeenteleden als het ware een prachtig boeket. Een mooie bos bloemen bestaat toch uit een verscheidenheid van soorten en kleuren? Juist door die diversiteit wil God iets van Zijn karakter laten zien. Te midden van die veelkleurigheid leren we geduldig, liefdevol en vriendelijk te zijn voor elkaar. Een mooi voorbeeld daarvan is de gemeente die voortkwam uit de opwekking in Herrnhut (Duitsland, 1723). Allerlei soorten christenen hadden elkaar gevonden op het landgoed van Zinzendorf. In de begintijd was er veel onderlinge verdeeldheid, totdat een opwekking uitbrak. De eenheid in de Geest kwam tot stand toen Zinzendorf tijdens een avondmaalsdienst uitriep: ‘Het is afschuwelijk dat we elkaar veroordelen; wij leven slechts om het Lam te verhogen’. Vanaf dat moment begonnen de christenen in Herrnhut door Gods Geest te leven vanuit de zogenaamde Filadelfia (Broederliefde)-gedachte: (1) We zoeken eenheid in de essentiële dingen, (2) we streven naar verdraagzaamheid in de niet-essentiële dingen, (3) we bewaren in alles de liefde.
Fundament en praktijk van de liefde
Het opbouwen van zulke liefdevolle relaties is, God zij dank, ook in deze tijd mogelijk. Jezus kwam namelijk naar deze aarde om relaties te herstellen. Christendom heeft alles te maken met herstel van relaties. ‘Maar nu, in Christus Jezus, bent u, die voorheen veraf was, door het bloed van Christus dichtbij gekomen. … Want Hij is onze vrede, door de tussenmuur … af te breken’ (Ef. 2:13-14). In Christus’ offer aan het kruis kunnen wij elkaar vinden. Bij het kruis komt er zicht op en ruimte voor genade, verzoening en vergeving. Dankzij Jezus’ offer kunnen we tot betekenisvolle relaties komen met mensen met wie we eerst weinig hadden. Onderlinge verdeeldheid en scheiding wordt weggenomen als we ons als gelovigen laten vullen met Zijn Geest en liefde.
Er rest ons nog één vraag: Hoe kunnen we aan deze relaties praktisch vormgeven? Het begint bij de gedachte dat opwekking altijd bij onszelf begint. Of we gelovig zijn of niet. We hebben Gods Geest en Zijn levendmakende genade nodig. We worden ons bewust dat investeren in relaties niet vanzelf gaat, aangezien er diep in ons een strijd woedt die ons confronteert met ons egoïstische leven. Daarom is het belangrijk dat we eerst onszelf openstellen, om tot zulke betekenisvolle relaties te komen. We moeten Jezus op de troon van ons hart toelaten, zodat Hij ons leven mag bepalen en onze agenda mag invullen. Op deze manier ons hart openstellen zal ertoe leiden dat onze keuzes door de Geest bepaald worden. Dichtbij God leven door de dag te beginnen met het gebed of de Heere mensen op je pad wil brengen en je oog voor hen wil geven is belangrijk. We zullen dan ook ruimte gaan vrijmaken voor spontane ontmoetingen en niet altijd meer kiezen voor eigen plezier en comfort. Vaak zijn we te bang om onze eigen ruimte op te geven en ons aan andere christenen te (ver)binden. Het geeft echter veel vreugde en blijdschap als we de relaties in de gemeente gaan beschouwen als familierelaties, waarin we echt meeleven met elkaar en betrokken zijn op elkaar. We passen in die familiecultuur altijd de gouden regel toe. “Ik behandel anderen zoals ik door hen behandeld wil worden”. En wat is dan het gouden cadeau? “Andere mensen zullen mij (bijna altijd) behandelen zoals ik ze behandel.” Het bijzondere is dat de leidinggevenden (herders) hierin de gelovigen tot een voorbeeld mogen zijn. Samen met alle heiligen dragen we de verantwoordelijkheid om open en transparant te zijn, onberispelijk te leven en toe te groeien naar ons Hoofd, Dat ons leven geeft.
Conclusie
Een christen kan ten diepste geestelijk niet groeien als hij in isolement zichzelf afzondert van andere gelovigen en niet openstaat voor diepgaande relaties waarin discipelschap centraal staat. Ter onderstreping van deze conclusie hierbij nog een citaat van Tim Keller: ‘We leven in een cultuur waarin de interesses en verlangens van het individu voorrang hebben op die van het gezin, de groep of de gemeenschap. Als gevolg hiervan wil een groot percentage christenen wel geestelijk groeien, maar het liefst in onafhankelijkheid van hun gemeente. Je zult op geen enkele manier geestelijk kunnen groeien zonder diepe verbintenis en betrokkenheid met andere gelovigen.’