Hem verkondigen wij!

A A A

Hoe helpt het Bijbelboek Kolossenzen ons pastoraal handelen?

Inleiding
Kolosse lag aan een grote handelsroute van Efeze naar de Eufraat en daarom huisvestte de stad een flink aantal nationaliteiten. Het gevolg van de vele nationaliteiten was dat er een hoop verschillende godsdiensten in de stad aanwezig waren. Geen van de godsdiensten was dominant aanwezig maar ze hadden allemaal hun plekje in de stad ingenomen; het animisme, de astrologie, de Griekse en Romeinse goden, het Judaïsme en het Christendom.
In de dynamiek van deze stad moest de gemeente van Kolosse staande blijven. Het is niet vreemd dat deze jonge gemeente bedreigd werd door valse leringen. Met name in hoofdstuk 2 zien we een aantal waarschuwingen:

  • ‘En dit zeg ik, opdat niemand u misleidt met mooiklinkende redeneringen’ (2:4).
  • ‘Pas op dat niemand u als buit meesleept door de filosofie en inhoudsloze
    verleiding, volgens de overlevering van de mensen, volgens de grondbeginselen van de wereld, maar niet volgens Christus’ (2:8).
    ‘Laat dus niemand u veroordelen inzake eten of drinken, of op het punt van een feestdag, een nieuwe maan of de sabbatten’ (2:16).
  • ‘Laat u niet de prijs ontzeggen door iemand die behagen schept in nederigheid en engelenverering, intreedt in wat hij niet gezien heeft, zonder reden gewichtig doet door zijn vleselijke denken’ (2:18).

Paulus lijkt hier in te gaan tegen de mix van religies en filosofieën. Hij geeft tegengas aan de verschillende ideologieën van de cultuur in Kolosse. Dat was ook wel nodig, omdat deze religies en filosofieën het denken en het gedrag van de christenen in Kolosse aan het beïnvloeden waren.

Gedachten en gedrag
Beïnvloeding van het denken

  1. De gelovigen waren hun besef kwijtgeraakt van de permanente aanwezigheid van God in hun leven. Zij zagen God als een wezen op afstand, dat zelfs zo ver weg was, dat ze daar toch bijna niet bij konden. Dus gingen ze de kloof opvullen met het geloof in engelen en geesten. Dat waren dan de tussenpersonen die het contact met God overeind konden houden.
  2. Het feit dat ze gingen geloven dat ze die tussenpersonen nodig hadden, kwam ook voort uit een te lage dunk die ze van Jezus hadden in hun denken. Ze zetten de Heere Jezus op hetzelfde niveau als andere wezens. Ze hadden losgelaten dat Hij de Heere van de schepping is en het Hoofd van de gemeente.

Beïnvloeding van het gedrag
De Kolossenzen waren zich gaan houden aan de jaarlijkse, maandelijkse en wekelijkse feestdagen. Verschillende godsdiensten (Grieken en Joden) kenden ook een gebruik, dat onthouding inhield van wettig toegestane lichamelijke geneugten. Sommigen zeiden dat je niet mocht trouwen, omdat ze dachten dat het beter was om celibatair te leven. Anderen hanteerden een hele lijst van dingen die je niet mocht aanraken of eten. Paulus maakt echter duidelijk dat God ons alle dingen gegeven heeft om er heerlijk van te genieten.

Het doel van deze brief aan de gemeente is om de superioriteit van Christus te laten zien:

  • Christus, de volmaakte bron van onze redding (Kolossenzen 1)
  • Christus, het volmaakte voorwerp van onze aanbidding (Kolossenzen 2)
  • Christus, de volmaakte Heer van ons leven (Kolossenzen 3)
  • Christus, de volmaakte meester van relaties (Kolossenzen 4)

Het boek Kolossenzen en onze tijd
Ook in deze tijd hebben christenen, gemeenten en organisaties zo hun uitdagingen.

  1. Ons tijdperk is het tijdperk van de wetenschap
    95 procent van alle wetenschappers die ooit hebben geleefd, leven vandaag. Er is in deze tijd een overvloedige toename van kennis op alle gebieden van wetenschap en technologie. Er worden miljoenen pagina’s aan wetenschappelijke literatuur jaarlijks gepubliceerd. Het snelle tempo van wetenschappelijke ontdekkingen en de kritische blik ten aanzien van het bestaan van God leidt ertoe dat God op de achtergrond is geraakt of zelfs weggeredeneerd wordt. Niet God en Zijn Woord hebben het hoogste gezag, maar de mens met zijn denkbeelden is gezaghebbend geworden.
    ‘Want door Hem zijn alle dingen geschapen die in de hemelen en die op de aarde zijn, die zichtbaar en die onzichtbaar zijn: tronen, heerschappijen, overheden of machten; alle dingen zijn door Hem en voor Hem geschapen’ (Kol 1:16).
  2. Dit is het tijdperk van de oecumene
    Velen zien de verschillende religies als aanvulling op elkaar en proberen de religies van de wereld te verenigen. Er zijn uiteenlopende inspanningen op lokaal, landelijk en wereldniveau om Protestanten, Katholieken, Islamieten, Joden, Hindoes en Boeddhisten te verenigen
    Maar niets gaat buiten de Heere Jezus Christus om en ook niet buiten Gods geopenbaarde wil en dat is Zijn Woord. Christus en het Woord zijn een eenheid.
    We moeten eerlijk zijn. Een gemeenschap waar Christus niet het Hoofd is, is geen eenheid en zal niet tot eer van Hem en dus ook niet naar Gods wil zijn.
    ‘En Hij is het hoofd van het lichaam, namelijk van de gemeente, Hij, Die het begin is, de Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in allen de Eerste zou zijn’ (Kol. 1:18).
  3. Dit is de tijd van opstand tegen alle vormen van gezag
    Door het postmoderne denken is er geen absolute waarheid meer. Ieder persoon heeft zijn eigen waarheid. Als jij je bij die waarheid goed, voelt dan is het goed. Het hoeft alleen niet te betekenen dat het ook mijn waarheid is. Absolute, en vooral Bijbelse waarheden worden ontkend. Zeggen dat Christus de enige weg is tot leven, is een onverdraagzame gedachte.
    ‘Want in Hem woont heel de volheid van de Godheid lichamelijk’ (Kol. 2:9).
  4. Dit is een tijd van pragmatisme
    De vraag is niet: ‘is het waar?’ Maar de vraag is: ‘werkt het?’
    Als jij ontspanning vindt bij oosterse ontspanningstechnieken dan werkt het voor jou. Als het houden van de ramadan en het naar de moskee gaan jou helpt om gelukkig te zijn, dan is dat prima. En als er voor jou hoop en eeuwig leven is door het geloof in Jezus Christus, dan is dat goed. Als een religie jou kan geven waar je naar op zoek bent dan is het oké.
    ‘Zoals u dan Christus Jezus, de Heere, hebt aangenomen, wandel in Hem, geworteld en opgebouwd in Hem, en bevestigd in het geloof, zoals u onderwezen bent; wees daarin overvloedig, met dankzegging’ (Kol. 2:6-7).
  5. Dit is een tijd van moeizame relaties
    Er zijn in deze tijd veel onbevredigende relaties, hartverscheurende relaties en gebroken relaties. Te denken valt aan de vele scheidingen en veel kinderen en jongeren die door moeizame relaties bij jeugdzorg zijn terecht gekomen.
    Kolossenzen 3 en 4 geven juist aandacht aan goede en liefdevolle relaties.
  6. Dit is een eschatologisch tijdperk
    De bedreigingen van wereldwijde oorlogen, milieurampen, klimatologische veranderingen, ziektes en financiële onzekerheid nemen toe.
    ‘Wanneer Christus geopenbaard zal worden, Die ons leven is, dan zult ook u met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid’ (Kol. 3:4).

Dit is de wereld waarin we als pastorale hulpverleners en confidenten leven en met deze uitdagingen hebben we te maken. Hoe blijven we staande?

Kolossenzen 1:24-29
Voor het beantwoorden van bovenstaande vraag kunnen we teruggrijpen naar het grotere plaatje van de brief dat eerder geschetst is. We maken het kleiner door te kijken naar Kolossenzen 1:24-29. We leren uit dit gedeelte hoe Paulus staande blijft:

  • De juiste kijk op het lijden: ‘Nu verblijd ik mij in mijn lijden’ (24).
  • De juiste kijk op jezelf: ‘Daarvan ben ik een dienaar geworden, overeenkomstig de beheerstaak van God’ (25).
  • De juiste kijk op de bediening: ‘Hem verkondigen wij, terwijl we ieder mens terechtwijzen, en ieder mens onderwijzen’ (28).

De juiste kijk op lijden (24)
Paulus heeft het over verblijden in lijden. Degene die eerst de christenen lijden toebracht door vervolging, is zelf een lijder voor Christus geworden. Voor wie hij lijdt, ‘Christus’, en waarom hij lijdt, ‘om het Evangelie te brengen tot de heidenen’, maakt dat hij zich ondanks het lijden toch verblijdt.

Een gezonde kijk op de theologie van het lijden is voor een pastorale hulpverlener van essentieel belang. Als je geen goede kijk op het lijden hebt, zijn je pastorale adviezen nietszeggend:

  • God heeft dit lijden ook niet gewild en huilt met je mee.
  • God wil je altijd uit alle problemen verlossen als je er maar voor bid.
  • Je moet het lijden maar aanvaarden, want God is een God van ver weg en heeft geen bemoeienis met je persoonlijk leven.
    Bovenstaande raadgevingen brengen lijden en vreugde niet bij elkaar. De boodschap wat betreft het lijden betekent dat de confident mag leren om samen met de Heere dwars door het lijden heen te gaan. Niet altijd makkelijk, zeker niet leuk, maar wel leerzaam en nuttig. Een belangrijk hoofdstuk voor dit onderwijs is Romeinen 8.
    Want ik ben ervan overtuigd dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid die aan ons geopenbaard zal worden (Rom. 8:18).
    Het lijden waar we doorheen gaan leert ons dat we mensen met hoop en verwachting zijn; ‘het beste moet nog komen’. Maar Paulus zegt in dit hoofdstuk ook:
    ‘En wij weten dat voor hen die God liefhebben alle dingen meewerken ten goede, voor hen namelijk die overeenkomstig zijn voornemen geroepen zijn’ (Rom. 8:28).
    Lijden bewerkt ons eigen hart.
    ‘Want hen die Hij van tevoren gekend heeft, heeft Hij er ook toe bestemd om aan het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te zijn, opdat Hij de Eerstgeborene zou zijn onder vele broeders’ (Rom. 8:29).
    Het is een troost voor confidenten als ze gaan zien dat God de grote Aanwezige is in het lijden. Hij was de grote Aanwezige in het lijden van Abraham, Job, Jozef, Naomi, Petrus, Paulus. God is de soevereine God die het lijden bewerkt in je leven en het loopt Hem niet uit de hand. Hij wil dat een mens gelijkvormig wordt aan het beeld van Zijn Zoon Jezus Christus. Ondanks het lijden kan er dan toch verblijden zijn.

De juiste kijk op jezelf (25)
Paulus ziet zichzelf als een dienaar (diakonos); een dienaar van Christus, een dienaar van het Evangelie en een dienaar van de gemeente.

Hij spreekt in dit vers over een beheerstaak, oftewel rentmeesterschap. Een rentmeester was een slaaf die het huishouden van zijn meester beheerde, toezicht hield op de andere bedienden, middelen uitdeelde en zakelijke en financiële zaken regelde. Paulus beschouwde zijn bediening als niet van hem. Hij had het ontvangen en ervaarde een verantwoordelijkheid om daarvan uit te delen.

Dienaar van Christus
Als een kerk een theater zou zijn, is de Heere Jezus de hoofdrolspeler. De manier waarop de gemeente God de eer geeft is eenvoudig door ervoor te zorgen dat er een plaats gecreëerd wordt waar de persoon en het werk van de Heere Jezus in de spotlights staan.
‘Dit is Mijn geliefde Zoon in Wie Ik een welbehagen heb’ (Matth. 17:5)
We zouden de gemeente niet alleen kunnen vergelijken met een theaterzaal, maar ook met een ziekenhuis. Een ziekenhuis dat door God zelf gevestigd is en de Heere Jezus is de Heelmeester. God krijgt de glorie in het ziekenhuis, omdat alle mensen in de gemeente door het ingrijpen van de arts Jezus gezond worden. Door de operatie van het hart, is er in plaats van een stenen hart een vlezen hart gekomen. Het ziekenhuis biedt ons de kans om te revalideren van heerlijkheid tot heerlijkheid en zo gaan we meer op de Heelmeester lijken.

Dienaar van het Evangelie
Als pastorale hulpverlener ben je allereerst een dienaar van Christus en een dienaar van Zijn Woord.
‘Laat het Woord van Christus in rijke mate in u wonen, in alle wijsheid; onderwijs elkaar en wijs elkaar terecht’ (Kol. 3:16).

Mensen helpen doen we vanuit Gods Woord. We zijn rentmeesters van Zijn Woord. We mogen dat Woord delen met mensen die in nood verkeren. Het is het Woord dat door de Geest harten bewerkt en verandert.

Gemeente
Voor een voetbalelftal is er aanbidding in het stadion, voor een artiest is er aanbidding in een concertzaal, voor een vlogger is er aanbidding op YouTube. Maar voor God is er aanbidding in Zijn gemeente. God heeft deze wereld geschapen en Zijn gemeente geroepen, om Zijn glorie en Zijn veelzijdige wijsheid te weerspiegelen. De plaatselijke gemeente is een lokale afspiegeling van Gods universele gemeente. We mogen door pastorale zorg een zichtbare en hoorbare lofprijzing tot God opzenden.

De juiste kijk op bediening (28)
Vers 28 is een mooie definitie van pastoraat:
‘Hem verkondigen wij, terwijl we ieder mens terechtwijzen, en ieder mens onderwijzen in alle wijsheid, opdat wij ieder mens volmaakt zouden stellen in Christus Jezus.’

Wij proclameren Christus:

  • De eeuwige Christus
  • Schepper van het universum
  • De overwinnaar van de machten
  • Het Hoofd van de gemeente

Dat doen we door het terechtwijzen en onderwijzen in alle wijsheid. We mogen mensen de spiegel van Gods Woord voorhouden en hen in liefde, betrokkenheid en bewogenheid helpen om oude patronen in hun leven te gaan ontdekken en hen vanuit Gods Woord laten zien hoe God het bedoeld heeft. Onder de leiding van de Heilige Geest worden mensen completere personen. Iemand die meer gaat lijken op Christus wordt geestelijk volwassener. Dat is discipelschap. Mensen gaan door de gebrokenheid van het leven heen de kenmerken van hun Meester leren uitleven.

Paulus sluit af met de woorden ‘Daarvoor span ik me ook in en strijd ik, overeenkomstig Zijn werking, die met kracht in mij werkzaam is’ (29). In de tijd waarin we leven hebben we als pastorale hulpverleners een prachtige taak. Het is Gods roeping en Gods werk in ons.

 

Dit is een bewerkte versie van de lezing die Martin Penning op het 40-jarig jubileum van het CPC heeft gehouden.