Gamen, hoe houd je het leuk?!

A A A

Gisteren kwam de glaszetter bij ons thuis een ruit vervangen. Onze zoon zat op de bank zijn favoriete game te spelen. ‘Nog vijf minuten’, zei ik. Meteen kreeg ik een veelbetekenende blik van de glaszetter, die me toevertrouwde: ‘Zo één heb ik er thuis ook.’ Gamen, het is prachtig speelgoed en tegelijk een lastige uitdaging voor veel opvoeders. Ouders, leerkrachten, kinderwerkers en jeugdleiders lopen tegen hetzelfde dilemma aan: hoe houd je het leuk?

Spelletjes spelen is van alle eeuwen en alle culturen. Het is een gezellige activiteit met familie of vrienden, een leuke manier van ontspannen en het houdt je hersenen scherp. De kinderen van nu groeien op in een digitale wereld. Het is voor hen vanzelfsprekend dat speelgoed en spelletjes ook digitaal zijn. Al van jongs af aan komen ze in contact met digitaal speelgoed, spelcomputers voor peuters en spelletjes op de tablet. Ze groeien op in een wereld die nog maar weinig lijkt op die waarin wij opgroeiden. Dat maakt het voor ons lastig om te bepalen wat goed is, of om in te schatten welke kennis en vaardigheden ze nodig hebben. Bovendien zijn er nog geen duidelijke langetermijneffecten van gamen bekend. Toch is het aan ons om ze goed te leren omgaan met al deze nieuwe mogelijkheden; om hen te begeleiden en te leren hoe ze de Bijbel kunnen toepassen in hun dagelijkse leven, ook op dit terrein. Laten we ons erin verdiepen en deze belangrijke uitdaging aangaan, zodat gamen leuk blijft!

Een wereld vol games
De komst van internet, smartphones en tablets heeft de ontwikkeling van games de afgelopen jaren een enorme vlucht gegeven.  Inmiddels zijn er zoveel verschillende soorten games, dat je nauwelijks over gamen in algemene zin kunt spreken. Vijf uur per dag Call of Duty spelen is iets heel anders dan af en toe een moment van verveling overbruggen met een app als Don’t touch the spikes. Het is dan ook een hele kunst om goed op de hoogte te blijven van het actuele aanbod en van wat populair is onder kinderen en jongeren. En de ontwikkelingen gaan in razend tempo verder. Heb je net die ene game leren kennen, dan wordt er een nieuwe versie gelanceerd met nieuwe opties of is er intussen alweer een andere game populair. Gelukkig wordt niet van je gevraagd om álles bij te houden, maar wel de ontwikkelingen in de leefwereld van de kinderen om jou heen, zodat je weet wat ze op hun pad kunnen tegenkomen en daarop kunt inspelen.

Games worden ingedeeld in verschillende genres. Dit kan je helpen om te bepalen welke games je wel of niet geschikt vindt, al zegt het genre nog niet zoveel over de daadwerkelijke inhoud van de game: de personages waar je mee speelt, de opdrachten die je uitvoert en de elementen die in de game voorkomen. PEGI is het internationale classificatiesysteem voor games, bedoeld om ouders en opvoeders te helpen bij het maken van bewuste aankoopbeslissingen. Het systeem is vergelijkbaar met de Kijkwijzer voor films en televisie. Op elke game vind je de PEGI pictogrammen die een indicatie geven van de minimale geschikte leeftijd en van eventuele schadelijke spelinhoud. Meer informatie is te vinden op www.pegi.info. Op YouTube zetten fanatieke gamers filmpjes online terwijl ze gamen en daarbij hun trucs en vaardigheden laten zien. Deze filmpjes geven je een aardige indruk van hoe de game gespeeld wordt en welke elementen er in voorkomen.

Er gaat veel geld om in de game-industrie. Sinds de komst van smartphones, tablets en online games zijn abonnementen, reclames en advertenties belangrijke bronnen van inkomsten geworden. Ook sociale media spelen een steeds belangrijker rol, om bekendheid te vergroten, nieuwe spelers te werven en bestaande spelers te binden. De nieuwste ontwikkeling is de virtual reality bril. Deze 3D bril geeft spelers de ervaring helemaal in de game te zitten en maakt de game-ervaring nog intenser.

Kansen en risico’s
Zijn al deze ontwikkelingen op het gebied van gamen nu een verrijking of een gevaar? Voor- en tegenstanders buitelen vaak over elkaar heen, maar de voorstanders van games lijken inmiddels de boventoon te voeren. Tijdens het gamen worden allerlei hersengebieden geactiveerd: motoriek, gehoor, zicht, geheugen, emoties, ervaringen, beslissingen nemen, situaties inschatten, problemen oplossen, contact en afstemming met andere spelers, et cetera. De spelervaring is intens, wat de speler veel plezier geeft en er tegelijk voor zorgt dat hij op deze manier veel kan leren. Dit wordt bijvoorbeeld in het onderwijs en in de zorg benut, waarvoor steeds meer ‘serious games’ worden ontwikkeld om kennis en vaardigheden over te brengen.

Games kunnen dus positief bijdragen aan leerprocessen en het stimuleren van gedragsverandering. Maar er zijn ook risico’s. De aanmaak van dopamine en adrenaline tijdens het gamen, zorgt ervoor dat men zich alert, actief en gelukkig voelt. Je wilt doorspelen en verder komen. Bovendien beïnvloedt adrenaline de tijdsbeleving: de tijd lijkt langzamer te gaan. Voor je het weet, speel je veel langer dan je van plan was. Het licht van het beeldscherm remt tegelijkertijd de aanmaak van melatonine, het hormoon dat er ’s avonds voor zorgt dat je tot rust komt en in slaap valt. Beeldschermgebruik zorgt ervoor dat je dit hormoon minder aanmaakt, waardoor je niet merkt dat het bedtijd is. Te lang ’s nachts doorgaan en een (chronisch) slaaptekort opbouwen is een van de veelvoorkomende risico’s bij fanatieke gamers. De concentratie en motivatie overdag gaan omlaag, wat problemen kan geven op school of werk.

Veel gamers vinden in het gamen de grootste uitdaging: ze worden steeds aan het denken gezet, ontwikkelen vaardigheden, bedenken strategieën en willen andere spelers verslaan. Dit kan hen zo in beslag nemen, dat ze in gedachten voortdurend bezig zijn met hun game, ook als ze niet aan het gamen zijn. Jezus zei: ‘Want uit de overvloed van het hart, spreekt de mond’ (Matt. 12: 34). Hoe kun je ervoor zorgen dat gamen niet centraal komt te staan in hun hart, in hun denken en in hun handelen? Door enerzijds het evenwicht te bewaken tussen gamen en andere activiteiten en anderzijds het bewust voor te leven en door te geven wat echt prioriteit heeft. Wees niet bang om in te grijpen en bij te sturen zodra je merkt dat gamen een te grote plaats inneemt.

Gameverslaving
Een risico van gamen is dat het je leven gaat beheersen. Op dit moment worstelt in Nederland zo’n vijf tot tien procent van de jongeren met problematisch gamegebruik of gameverslaving. De hormonen die we net noemden, spelen een rol bij de ontwikkeling van deze verslaving. Iets wat leuk is en een gevoel van geluk geeft, dat wil je langer en vaker doen. Gameontwikkelaars hebben er belang bij dat spelers zo veel en zo lang mogelijk spelen. Ze verwerken daarom allerlei bindende, verslavende elementen in hun games. Hoe langer en hoe beter je speelt, hoe meer levels en gadgets je vrij speelt. Dat verhoogt je status en zorgt ervoor dat je respect krijgt van vrienden en van andere spelers. En wie wil dat nu niet? Als je iets wint of presteert, staat de volgende uitdaging meteen al klaar. Die wil je natuurlijk óók winnen, dus je bent geneigd meteen door te gaan naar de volgende prestatie. Er zijn vaak oneindig veel levels, opdrachten en mogelijkheden. Hoe meer tijd, geld en moeite je in de game geïnvesteerd hebt, hoe moeilijker het wordt om te stoppen. Je wilt dat allemaal niet zomaar ‘weggooien’. In de meeste online games kun je groepen vormen met andere spelers en gezamenlijk missies en opdrachten uitvoeren. Zo’n groep legt een bepaalde druk op de spelers: je kunt bijvoorbeeld niet zomaar halverwege een missie je groep in de steek laten, dat geeft problemen.

Een ex-gameverslaafde zei: ‘Het neemt langzaam maar zeker je leven over. Als je niet oppast, wórdt het je leven’. Het gamen wordt dan een manier om te vluchten voor moeilijkheden in het echte leven, de enige vrijetijdsbesteding, de enige manier waarop een jongere emoties of stress kan verwerken, of de prestaties in de game worden de belangrijkste (enige) bron van zelfvertrouwen. Wanneer een jongere verslaafd is geraakt, is professionele hulp nodig om tot herstel te komen. Op www.gameninfo.nl kunnen jongeren een test doen om te zien of hun gamegedrag problematisch is. Dit heeft natuurlijk ook weerslag op het geloofsleven van de jongere. Hij zal ongezonde patronen moeten doorbreken en vervangen door gezonde. Ook zal hij opnieuw naar zichzelf en zijn omgeving moeten leren kijken en God weer op de eerste plaats in zijn leven zetten. Het is belangrijk dat iemand in deze fase naast hem loopt en hem begeleidt!

Waar ligt de grens?
Veel ouders en opvoeders worstelen met vragen als: ‘Hoe bepaal ik wat goed is voor mijn kind en wat niet? Hoe weet ik welke grenzen ik moet hanteren? Wanneer moet ik iets verbieden en wanneer kan ik beter begeleiden en coachen?’ Duidelijke, onderbouwde grenzen, goede begeleiding en de balans bewaken tussen gamen en andere activiteiten, zorgen ervoor dat ze beter omgaan met gamen, beter presteren op school en lekkerder in hun vel zitten. Grenzen die je stelt zijn afhankelijk van de leeftijd, het karakter en de omstandigheden van het kind en van wat jij belangrijk vindt, wat jij wilt meegeven in zijn leven. De volgende factoren kunnen helpen bij het bepalen van praktische grenzen:

– Hoe is het met eten, bewegen en slapen?
– Welke andere hobby’s, sporten en activiteiten heeft hij naast het gamen?
– Hoe is zijn vriendenkring? Heeft hij een of meer goede vrienden met wie hij tijd doorbrengt (offline!)?
– Welke games spelen zijn vrienden en welke grenzen krijgen die thuis mee? Kun je contact leggen met de
ouders van zijn vrienden voor afstemming?
– Wat houdt hem bezig? Waar is zijn hart vol van?
– Hoe gemotiveerd is hij voor de game(s) en hoe beïnvloedbaar is hij?
– Waar is hij goed in? Hoe kan hij zijn talenten ontwikkelen als volgeling van Jezus?

Het is lastiger om inhoudelijke grenzen te bepalen. De grens tussen realiteit en fictie is vaag. Een spel als Mario Bros is duidelijk herkenbaar als fictie. Die grens loopt echter heel geleidelijk steeds verder, tot uiteindelijk zeer realistische shooters. Welk geweld vind je wel kunnen en wanneer vind je het niet meer acceptabel? In veel games komen invloeden terug die te maken hebben met een of meer van deze vier gebieden: geweld, seks, occulte elementen en taalgebruik. In het boek All in the game (1) vind je een handig hulpmiddel om op elk van deze vier gebieden voor jezelf te bepalen wat je acceptabel vindt en wat niet meer. De Bijbel zegt dat we waakzaam en kritisch moeten zijn met wie we ons inlaten en wat we op ons af laten komen; ons denken kan op een verkeerde manier worden beïnvloed. Wij mogen kinderen hierin voorgaan en hen begeleiden, zodat ze leren om alert te zijn en steeds weer te toetsen aan de Bijbel of iets goed is of niet. Vanaf de tienerleeftijd kun je hierover met elkaar in gesprek gaan: prikkel hen, daag hen uit, laat hen toelichten waarom ze iets wel of niet goed vinden en stem hen vooral tot nadenken!

Een veilige groeiplaats
Het is onze verantwoordelijkheid om kinderen op te voeden tot volwassenheid in de ongeveer twintig jaar dat ze aan onze directe zorg zijn toevertrouwd. Heb je al voor jezelf bepaald wat je je kinderen in die tijd mee wilt geven? Wat vind je belangrijk? Welke kennis en welke vaardigheden hebben ze straks nodig, waar je nu al in kunt investeren? Veel jongeren die (teveel) gamen, missen uitdaging en groeimogelijkheden in hun eigen leven. Bijna iedereen heeft het verlangen om van betekenis te zijn, om verschil te maken. Het mooie is, dat God hen die betekenis geeft: ze mogen Zijn discipelen zijn, al van jongs af aan! Als ze dicht bij Hem leven vanuit Zijn Woord, dan zijn ze het meest weerbaar, tegen welke invloed of welk gevaar dan ook. Laten we investeren in een jonge generatie die God kent, die vertrouwd is met Zijn Woord en gemotiveerd is om Hem te dienen. Willen we die taak op ons nemen, dan zullen we daar onze tijd, aandacht, moeite en gebed aan moeten geven!

Eindnoot
(1) W. Noordzij & E. Smit, All in the game. Ark Media, 2016.