De Heere Jezus was met ontferming bewogen over schapen zonder herder. Hij voelde mee met zwakheden (Hebr. 4:15) en was emotioneel geraakt (bv. Joh. 11:33; Matt. 9:36). Meeleven met de nood van anderen is een essentieel kenmerk van mensen die om anderen geven en pastoraal betrokken willen zijn.
Barmhartigheid heeft grenzen
Deze betrokkenheid kan echter ongezonde vormen aannemen. Barmhartigheid die haar grenzen overschrijdt, kan de counselor en de confident gevangen houden in een ongezonde pastorale relatie. In de gemeente is betrokkenheid extra complex, omdat je in de relatie met een mede-gelovige zowel broeder als zuster in Christus, familielid, oudste, diaken, buur, vriend als pastoraal werker kunt zijn. Deze rollen vergen verschillende houdingen en acties, kunnen elkaar in de weg zitten en belangenconflicten veroorzaken. Het is daarom niet vanzelfsprekend dat jij voor iemand de aangewezen pastorale helper bent.
Je kunt zelf je grenzen en motieven onderscheiden, maar dat is geen garantie dat de confident dat ook doet. Dat jij geen last hebt van de verschillende petjes die je draagt, betekent niet dat de ander daar geen hinder van ondervindt. Vraag is of wat je zegt en doet bij de ander veiligheid creëert en of je met verschillende petjes op kunt zeggen wat nodig is om geestelijke groei te bevorderen en te begeleiden. Met één petje op kan dat al moeilijk zijn. Het hangt trouwens niet alleen van jou af, maar ook van de ander, die door allerlei ervaringen of trauma’s, of door verwachtingen die samengaan met het type relatie dat hij met je heeft, al dan niet ontvankelijk zal zijn voor pastorale hulp.
Zorgzaamheid kan schade veroorzaken
Je kunt je zo verantwoordelijk voelen dat je als een kip bovenop de kuikens gaat zitten en niet toelaat dat er eentje vanonder je vleugels verdwijnt. Goed bedoelde zorg kan de confident verlammen en afhankelijk houden, zodat die niet zelf zelfstandig afhankelijk van God leert functioneren. Het kan de counselor onderdompelen in overdreven verantwoordelijkheid dragen voor confidenten, met als gevolg dat de counselor dat de counselor last krijgt van de problemen van anderen, ‘verdrinkt’ in de emoties van de confident en nog slechts gebrekkige zorg kan dragen voor andere relaties en taken.
Je taak als counselor is die van een trainer die een atleet helpt om zelf de wedloop te lopen. De confident mag leren inspanningen te leveren wanneer de strijd moeilijk is, keuzes te maken wanneer er risico’s aan verbonden zijn, in de praktijk van het leven misschien andere wegen te kiezen dan je zelf zou kiezen.
Pastoraat kan emotioneel verslaving zijn
Pastoraat kan een opkikker zijn voor je emotionele vervulling. Anderen hebben je nodig en je doet zinvol werk. Dat voelt goed. Je hebt anderen nodig voor je goede gevoel. Het gebrek aan emotioneel rijke relaties in je gezin of met vrienden kan opgevuld worden door pastorale zorg. Je wordt emotioneel vervuld, zonder dat je zelf diep hoeft te investeren. Je hoort en ziet dingen waar je normaal nooit over zou weten en je leeft emotioneel op door de emoties van anderen. Je loopt het risico gevoelsmatig verslaafd te worden aan pastorale gesprekken. Probeer maar eens een tijd geen gesprekken te hebben en zie wat dat doet met je welbevinden en je behoefte aan betekenis en waarde. Hangt je identiteit af van je pastoraal werk?
Bewogenheid kan tot onreine intimiteit leiden
Niemand staat ’s morgens op met de intentie overspel te plegen. Emotionele connectie begint met een vriendelijke ontmoeting. Het laat een goed gevoel na dat bij een volgende ontmoeting de kans vergroot dat je een leuk gesprek uitbouwt. De conversatie gaat gedurende het gesprek niet alleen over oppervlakkige dingen, maar ook over persoonlijke ervaringen. Je raakt betrokken op elkaar. Die betrokkenheid creëert een emotionele band. Die band maakt dat je uitkijkt naar een volgend gesprek en bewogen raakt over wat de ander bezig houdt. Je begint je verantwoordelijk te voelen over deze vriendschap. Voor je het weet houdt deze relatie je intenser bezig dan de intimiteit met je eigen man of vrouw. Je voelt intense behoefte om te troosten wanneer er verdriet is of te helpen met iets praktisch. De emotionele verbondenheid wordt genegenheid die langzaam de plaats inneemt van de genegenheid tegenover je huwelijkspartner. De genegenheid overschrijdt de fysieke grens door een aanraking. De ander krijgt een overheersend plekje in je gedachten en emoties. Sluimert verliefdheid of seksuele aantrekking? In een gesprek heb je meer oogcontact met die persoon dan met je eigen vrouw en je bent ook meer gefocust voor elk signaal van nabijheid van die ander. Voor je het weet troost je elkaar zoals echtparen dat doen. Je geraakt betoverd door de nabijheid van de ander en zonder dat je er een plan voor had bedacht, lig je ‘plots’ met elkaar in bed.
Ergens in het verloop van dit proces is het fout gegaan en had je het niet in de gaten. Op dat moment was je al ongezond emotioneel gebonden.
Misschien is de confident heel emotioneel gevoelig voor manieren van omgaan zonder dat je dat zelf in de gaten hebt. Het is niet omdat je eigen hart rein is dat alles wat je doet bij de confident in vruchtbare aarde valt. Die heeft immers zijn eigen hartsproblemen, trauma’s en ervaringen, die maken dat hij niet onbevangen al jouw vormen van vriendelijkheid kan ontvangen.
Pastoraal gezag mag geen macht uitoefenen
Counselors die hun behoefte aan controle en macht de vrije loop laten in het pastoraat maken makkelijk gebruik van inductie van schuld (‘Als je niet doet wat ik zeg ben je verkeerd bezig’), manipulatie (‘Ik zeg dit niet om je te manipuleren, maar het zou beter voor je zijn als…’), grenzen overschrijden (‘Je moet dat doen omdat ik het zeg.’). Dat zijn allemaal zaken die confidenten dwingend sturen in plaats van ruimte creëren waarin iemand zijn eigen weg met God leert te ontdekken en te gaan. Confidenten gaan zich misschien wel gedragen zoals verwacht, maar niet op grond van eigen keuzes. Ze blijven afhankelijk van een ongezond verlangen naar goedkeuring en doen wat je vraagt om verwerping te voorkomen.
Bediening mag je huwelijk niet schaden
Het kan zijn dat je zelf een open en reine relatie hebt met een confident, maar dat je huwelijkspartner zich daar ongemakkelijk bij voelt. Die krijgt dan al gauw het etiket ‘jaloers’ opgeplakt. Het doet er niet zoveel toe of dit etiket terecht is of niet. De hoofdvraag is hoe jij je partner kunt voeden en koesteren en dat je zelf de partner bent die tot hulp is. De pastorale zorg voor een ander kan dit in de weg staan. Je partner kan zelf een gebrokenheid hebben die opgevangen moet worden. Je moet die niet veroordelen, maar er aan tegemoet komen en eerst de bediening in je eigen huis uitvoeren en pas daarna doen wat mogelijk is buitenshuis. Je partner is geen rem voor je bediening. Hij of zij is je eerste bediening!
Hou rekening met je persoonlijkheid
De draagkracht van de ene is niet dezelfde als van de ander. Als je meeleven met anderen jou emotioneel overspoelt, zodat het een belasting voor je wordt, dan is het wijs om hulpvragen beter af te bakenen of door te verwijzen. Je barmhartigheid kan een kracht zijn die je kunt inzetten voor herderschap. Ze kan ook een valkuil zijn als je onvoldoende afstand kunt bewaren.
Adviezen
• Als een begeleiding een emotionele last wordt die jou in de weg staat om op andere gebieden goed te
functioneren, zoek dan supervisie of verwijs door naar een andere counselor.
• Ga geen pastorale relaties aan waar je partner zich ongemakkelijk bij voelt.
• Ga geen pastorale relaties aan met iemand van het andere geslacht. Indien het onmogelijk is dat iemand van
het andere geslacht door iemand anders in de gemeente wordt opgevangen, voer dan de gesprekken op een
plek die zichtbaar en toegankelijk is, bijvoorbeeld, bij jou thuis, op een plek die altijd toegankelijk is voor je
partner, in een kamer waar je partner of een pastoraal medewerker door een raam kan kijken.
• Doe en zeg geen dingen die voor interpretatie vatbaar zijn en die bij jou of de confident ongezonde emotionele
banden kunnen opwekken (geef je zakdoek niet weg, laat de confident zelf een tissue nemen; geen
schouderklopjes of omhelzing met iemand van het andere geslacht; geen complimentjes die thuishoren in een
huwelijk; etc.).
• Laat je partner en supervisor de moeilijke vragen stellen zonder je aangevallen te voelen en in de verdediging
te gaan.
• Toets je motieven waarom je met pastoraat bezig bent (macht, controle, erkenning, welbevinden, zelfwaarde,
etc.).
• Stel gezonde grenzen in het fysiek contact, in wat je uit je eigen leven deelt met de ander, in de intieme
diepgang van de vragen die je stelt, etc.