Dit artikel staat in het boek Veilig landen, Fris en groen in je pensioen van Dirk Lemmens
De realiteit van de dood
We kunnen allemaal op elk moment overlijden. Niemand is er zeker van dat hij de volgende ochtend, of zelfs het einde van de dag, zal halen. Naargelang we ouder worden, worden we echter steeds sterker bepaald bij de realiteit van de dood doordat we steeds vaker definitief afscheid moeten nemen van mensen in onze directe omgeving. De dood wordt steeds zichtbaarder in het leven. Je kunt de realiteit van de dood niet meer blijven negeren.
Je kunt je zaakjes hier op aarde wel goed geregeld hebben en alle mogelijke schikkingen voor je heengaan getroffen hebben, maar wat heb je daaraan wanneer ook voor jou het moment gekomen is om afscheid te nemen van dit aardse leven? Als je vannacht zou sterven, weet je dan zeker dat je naar de hemel gaat? Stel dat je dan voor God geleid zou worden, en Hij je zou vragen: ‘Waarom zou ik je Mijn hemel binnenlaten?’ Wat zou je dan zeggen?1
Heilszekerheid
Het antwoord op deze vraag is van het allergrootste belang, niet alleen voor het eeuwig leven, maar ook voor het leven hier en nu. Het is immers niet de zekerheid over ons heil die ons bij de Vader brengt, maar wel het geloof in de Zoon: ‘In Hem hebben wij de vrijmoedigheid en de toegang met vertrouwen, door het geloof in Hem.-’ (Ef. 3:12). Heilszekerheid is allereerst de bewustwording dat je zonden vergeven zijn, dat je overgegaan bent van de dood naar het leven, dat je een nieuwe schepping in Christus bent. Deze bewustwording brengt rust en vrede in je leven hier en nu. Heilszekerheid bestaat er in dat je met vertrouwen, zonder angst, de naderende dood in de ogen kunt kijken. Heilszekerheid bestaat er in dat je je Zijn beloften eigen kunt maken en bij Hem kunt schuilen wanneer het leven moeilijk wordt. Heilszekerheid is niet het fundament van je redding, maar een overtuiging die je rust geeft voor de toekomst. Wanneer je je Gods beloften eigen durft te maken, dan resulteert dat in heilszekerheid.
Wie worden gered?
Wanneer de gevangenisbewaker in Filippi vertwijfeld vraagt aan Paulus en Silas: ‘Heren, wat moet ik doen om zalig te worden?’ is het antwoord kort en krachtig: ‘Geloof in de Heere Jezus Christus en u zult zalig worden’ (Hand. 16:30-31). Geloven is iets wat je doet. Je mag er zeker van zijn dat God Zijn belofte na zal komen.
God wil dat alle mensen gered worden: ‘Want dat is goed en welgevallig in de ogen van God, onze Zaligmaker, Die wil dat alle mensen zalig worden en tot kennis van de waarheid komen. Want er is één God. Er is ook één Middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus. Hij heeft Zich gegeven als een losprijs voor allen. Dit is het getuigenis op de door God bestemde tijd’ (1 Tim. 2:3-6). Desondanks worden niet alle mensen gered.
God heeft Jezus gegeven als een losprijs voor allen, maar niet allen aanvaarden Jezus als een losprijs voor zichzelf. Het is alsof God ieder mens een bon gegeven heeft waarop in gouden letters geschreven staat: ‘Genade – goed voor Eeuwig Leven’. Sommigen wachten op een diepe ervaring, een overweldigend zondebesef en totale verbrokenheid voordat ze de bon inleveren. Ze denken dat ze lang moeten huilen over hun zonden. Ze hopen dan dat ze door Hem aangeraakt zullen worden en dat ze dan met enige zekerheid zullen kunnen zeggen dat de Heere zich over hen ontfermd heeft. Echter: geloven is juist niet op jezelf zien, maar van je af zien en kijken naar Christus en wat Hij voor jou gedaan heeft aan het kruis.
Anderen leveren de bon niet in omdat het te mooi lijkt om waar te zijn. Het is te gemakkelijk. Hoe kan je nu het eeuwige leven ontvangen zonder er iets voor te moeten doen? Weer anderen leggen hun bon aan de kant en verliezen hem uit het oog omdat ze opgeslorpt worden door de beslommeringen van het leven. God heeft hun wel een bon gegeven maar ze hebben zelf nagelaten hem te verzilveren.
De Heere Jezus stelt het helder en duidelijk in Zijn gesprek met Nicodemus: ‘Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou veroordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden. Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar wie niet gelooft, is al veroordeeld, omdat hij niet geloofd heeft in de Naam van de eniggeboren Zoon van God’ (Joh. 3:16-18). We ontvangen het eeuwige leven niet omdat we daar recht op hebben, maar omdat God de wereld, en dus ook jou heeft liefgehad. Zijn motivatie ligt niet in wie jij bent, maar in wie Hij is. Geloof in de Heere Jezus zorgt er voor dat iemand niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Degenen die verloren gaan worden niet veroordeeld omdat ze gezondigd hebben, want daarin verschillen ze niet van degenen die gered worden. Nee, ze worden veroordeeld omdat ze niet hebben geloofd in de Heere Jezus.
God neemt dus het initiatief: Hij stelt de genade beschikbaar. Hij trekt ieder van ons persoonlijk en als eerste, omdat er niemand is die uit zichzelf God de eerste plaats in zijn leven geeft. Het is echter aan ons om te reageren op Gods uitnodiging en actief ons vertrouwen op de Heere Jezus te stellen.
God wil dat je dit weet en gelooft. Hij wil dat je Hem vertrouwt en Hem op Zijn Woord durft te geloven. Het is hierbij niet zo belangrijk dat je de precieze dag en het precieze moment weet waarop je de beslissing genomen hebt om het offer van de Heere Jezus aan te nemen, maar wel dát je weet dat je het aangenomen hebt en dus nu je vertrouwen in Hem stelt. Velen van ons hebben immers de Heere Jezus al aangenomen toen we nog kleine kinderen waren en kunnen zich geen moment in hun leven herinneren dat Hij niet hun Heere was. Anderen hebben lang getwijfeld en zijn langzaam naar het evangelie toegegroeid zonder een uitgesproken ‘bekeringsmoment’ te hebben gehad. Ze weten echter wel dat hun vertrouwen in Hem ligt.
Het heeft niet zoveel zin jezelf af te vragen: ‘Ben ik wel door God uitverkoren…?’ Hij wil immers dat alle mensen zalig worden en de Heere Jezus heeft Zijn leven als losprijs gegeven voor allen. Het heeft niet zoveel zin om jezelf af te vragen: ‘Is dat niet te gemakkelijk?’ De realiteit is dat je God zelf niet kunt bereiken en dat het in die zin misschien voor jou wel gemakkelijk is, maar voor de Heere Jezus was het dat zeker niet … Het heeft niet zoveel zin om jezelf af te vragen: ‘Ben ik wel goed genoeg?’ Het antwoord op deze vraag is voor iedere mens hetzelfde: ‘Natuurlijk niet, want anders had Jezus niet voor jou moeten sterven!’ Het heeft niet zoveel zin om jezelf af te vragen: ‘Is mijn geloof wel goed genoeg…?’ Op die manier verval je toch weer in de gedachte dat je God kunt bereiken door het goed te doen. ‘Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God; niet uit werken, opdat niemand zou roemen’ (Ef. 2:8-9). De vader van de jongen die zichzelf in het vuur wierp, had dit goed begrepen: ‘En meteen riep de vader van het kind onder tranen: Ik geloof, Heere! Kom mijn ongeloof te hulp’ (Mark. 9:24).
Ik hoop van harte dat je, samen met Paulus, kunt zeggen: ‘Maar ik schaam mij niet, want ik weet Wie ik geloofd heb, en ik ben ervan overtuigd dat Hij bij machte is mijn pand, bij Hem weggelegd, te bewaren tot die dag’ (2 Tim. 1:12). Ik hoop dat je, in de volle verzekering van Zijn genade, zekerheid mag hebben over je eeuwige bestemming. Hij kent je hart en Hij kent de beslissing die je genomen hebt aangaande Zijn cadeaubon. Ook wanneer er misschien een tijd komt dat je minder helder wordt en de dingen rationeel niet meer zo goed op een rijtje kunt zetten. Ook wanneer de discipelen het, ondanks de tijd die ze met de Heere Jezus doorgebracht hadden, niet meer zo helder voor ogen hadden, bleef immers Gods belofte staan: ‘Laat uw hart niet in beroering raken; u gelooft in God, geloof ook in Mij. In het huis van Mijn Vader zijn veel woningen; als dat niet zo was, zou Ik het u gezegd hebben. Ik ga heen om een plaats voor u gereed te maken. En als Ik heengegaan ben en plaats voor u gereedgemaakt heb, kom Ik terug en zal u tot Mij nemen, opdat ook u zult zijn waar Ik ben. En waar Ik heen ga, weet u, en de weg weet u. Thomas zei tegen Hem: Heere, wij weten niet waar U heen gaat, en hoe kunnen wij de weg weten? Jezus zei tegen hem: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij’ (Joh. 14:1-6). Je mag er op rekenen dat Hij, omwille van je geloof in Hem, ook voor jou een plaats in de hemel klaarmaakt.
Nawoord
Veilig landen doe je niet op automatische piloot. Je bereidt de landing praktisch voor, maar je focust ondertussen vooral op een correcte vluchtroute. Je investeert in de zin van het leven en in de geestelijke, relationele en sociale rijkdom die je ook later, tijdens het laatste deel van je leven, wil delen. Je wil met al je kracht, liefde en middelen discipel van Jezus zijn. Je zoekt het einddoel niet in een comfortabel leven, maar in vreugdevolle navolging van Christus. Je laat Hem zien. Er ligt een kroon van gerechtigheid klaar!
Sommigen surfen door het leven alsof pensioen nooit komt. Anderen verlangen ernaar, als naar een dag van verlossing, jaren voordat het zo ver is. Ben je op weg naar een toekomst van hoop of schrik, actie of lusteloosheid, eenzaamheid, comfort, bitterheid of levenswijsheid? Blijf je fris en groen? Je kunt er niet vroeg genoeg mee bezig zijn. Tenzij leven in deze gebroken wereld een noodlottige wending heeft, waardoor je voortijdig het tijdelijke ruilt voor het eeuwige, komt de dag dat je officiële beroepsloopbaan er op zit vast en zeker.
Je kunt er best goed op voorbereid zijn, niet alleen om veilig te landen en fris en groen te zijn in je pensioen, maar om je hele leven de focus te behouden op de erfenis die God heeft weggelegd voor wie Hem liefhebben. De dingen die er toe doen in je pensioen zijn ook de dingen die vanaf je jeugd wezenlijk zijn voor een leven dat God eert. Fris en groen zijn is het gevolg van leven met God, Christus op waarde schatten en schatten verzamelen in de hemel, niet in een pensioenfonds.
De prijs aan de eindmeet bepaalt hoe je de hele wedloop loopt. Het zou jammer zijn daar pas over na te denken wanneer je jeugd en je kracht afneemt. Een boom die vrucht draagt is eerst zorgzaam geplant, heeft nauwgezet de juiste meststof gekregen en is liefdevol gesnoeid. Fris en groen in je pensioen begint vele jaren voordien!
Veilig landen is dus voor elke leeftijd. Heb je nu nog niet te maken met de praktische details van oud worden en de bijhorende vragen rond wonen, financiën of afscheid nemen? Je hebt zeker te maken met liefhebben, prioriteiten stellen of je gaven inzetten voor het welzijn van anderen! De oudere generatie heeft ook een jongere nodig die begrijpt waar ze doorheen gaat en die het gesprek aangaat over dingen die soms ongemakkelijk zijn om te bespreken. Levensprincipes zijn voor alle leeftijden en worden versterkt wanneer generaties met elkaar optrekken.
Veilig landen, Fris en groen in je pensioen, schetst hoe de Bijbel realistisch spreekt over de zegen en ook de moeite van de ouderdom. Verder behandelt Dirk Lemmens een aantal veel voorkomende misvattingen over het pensioen en geeft hij talloze praktische tips om de overgang van je werkzame leven naar je status van gepensioneerde vlot te laten verlopen. Tenslotte gaat hij de vragen over de concrete voorbereiding op het levenseinde en heilszekerheid niet uit de weg.
Dit boek is kostbaar, niet alleen omdat Dirk vertelt wat hij gelooft, maar omdat hij het leven leeft dat hij preekt. Volg hem dus na, zoals hij Christus navolgt. Indien je hem vraagt hoe dat dat kan, dan heeft hij het ongetwijfeld over Gods genade en niet over eigen verdiensten. Ik wens je samen met Dirk Gods genade toe om doorheen dit boek de weg voor het volgende hoofdstuk van je leven met Jezus te vinden.
Jef De Vriese
Directeur Centrum voor Pastorale Counseling
Eindnoot: