Naar aanleiding van de studiedag over homiletiek in het Bijbelinstituut België, op 4 december 1993, hield Guido De Kegel een toespraak over “De ganse raad Gods verkondigen”.
Inleiding
Toen Paulus aan het einde van zijn derde zendingsreis afscheid nam van de oudsten van de gemeente te Efeze, hield hij er ernstig rekening mee dat dit wel eens een definitief afscheid kon zijn1. De toekomst zag er immers weinig rooskleurig uit. De H. Geest waarschuwde hem voor toenemende tegenstand en een nakende gevangenschap2. Bovendien besefte Paulus dat ook de gemeente grote moeilijkheden te wachten stonden: zowel van buitenaf als van binnenuit werden de gelovigen bedreigd. In de verte troepten grimmige wolven samen om de kudde aan te vallen en uiteen te drijven. In eigen kring mochten carrièrejagers verwacht worden, die verdeeldheid zouden zaaien3.
Paulus’ bezorgdheid werd evenwel getemperd door het besef dat hij de gemeente niet onbeschermd hoefde achter te laten. Naast het toezicht van de oudsten4, was er vooral nog “de Here en het woord zijner genade”, waar hij de gelovigen kon aan opdragen5. En mocht er toch iets fout lopen met de gemeente, dan wist hij dat hem geen schuld trof: hij had hen al de raad Gods verkondigd6.
Al de raad Gods verkondigen aan de gemeente. Het klinkt niet alleen indrukwekkend, het vraagt ongetwijfeld ook om navolging. De vraag is echter: hoe doe je dit- Zou Paulus hier denken aan goed gestructureerde onderwijsprogramma’s, systematische theologie op maat gesneden voor de gemeente, of zou hij iets anders bedoelen-
Gods blauwdruk
Eerst en vooral dienen we er rekening mee te houden dat het woordje ‘raad’ hier niet gebruikt wordt in de betekenis van raadgeving, advies of informatie die een oplossing moet bieden. Met ‘raad’ wordt hier bedoeld: een raads- of wilsbesluit, een voornemen, of meer concreet: Gods eeuwige plan dat Hij met de mensen en de wereld heeft.
Wanneer Paulus ongeveer vier jaar later een brief schrijft aan diezelfde gemeente te Efeze, verwijst hij opnieuw naar Gods raad: “Hem, die in alles werkt naar de raad van zijn wil” (1:11). Bovendien geeft hij in de context (1:3-14) heel wat verduidelijkende commentaar.
Paulus schrijft over Gods geweldige heilsplan, dat momenteel volop in uitvoering is, en dit ondanks heftige tegenstand. Daarom begint de brief met: “GEZEGEND ZIJ GOD !” Niets of niemand kan immers de uitvoering van dit plan stoppen. Wat de tegenstander ook probeert, Gods plan wordt uitgevoerd, stap voor stap, precies zoals de Heer het heeft uitgestippeld.
God werkt volgens een vastomlijnd plan, dat tot in de kleinste details uitgevoerd wordt. Het is belangrijk dit steeds goed voor ogen te houden. Vaak kan alles er immers nogal verward uitzien. Soms lijkt het bestaan in deze chaotische wereld volkomen zinloos. Niets lijkt te kloppen. Het leven is als een doldraaiende mallemolen, waar iedereen zich wanhopig aan vastklampt tot het toeval beslist wie er afgegooid wordt.
Misschien heb je ooit eens bij een grote bouwwerf gestaan. Ik herinner me hoe enkele jaren geleden in Gent een ondergrondse parking werd gebouwd. Men begon eerst een diepe, reusachtige put te graven. Het leek wel een immense bomkrater. En tientallen arbeiders liepen in die put elke dag kriskras door elkaar. Het deed een beetje denken aan een sterk vergrote mierenhoop: één grote chaos, een gigantische warboel. En vooral bij regenweer gaf de werf een allesbehalve aantrekkelijke indruk: het was één slijkerige modderpoel.
Maar wie een kijkje kwam nemen op het architecten- of ingenieursbureau, dat verantwoordelijk was voor de bouw van de parking, werd niet zonder enige trots een indrukwekkend plan met bijbehorend schaalmodel getoond. Bovendien kreeg elke bezoeker de verzekering dat alles perfect volgens plan verliep. Alles was volledig onder controle. Het leek alleen maar een chaos. Met behulp van het plan en de maquette kon men zich zelfs makkelijk voorstellen hoe het project er uiteindelijk zou uitzien. En vergis u niet: alle arbeiders hadden elk een specifieke taak, waarbij iemand alles coördineerde en voortdurend een volledig overzicht over de werken behield.
Paulus wil de gelovigen te Efeze er aan herinneren dat God een geweldig plan ontworpen heeft. En uiteraard gaat het niet over een parking met vijf verdiepingen. Het gaat over een veel groter en veel belangrijker gebouw: de gemeente.
Plan in uitvoering
Daarbij dienen we goed te beseffen dat Gods plan momenteel nog volop in uitvoering is: de gemeente is één grote bouwwerf en alle gelovigen hebben elk een specifieke taak. En ja, soms lijkt het allemaal nogal chaotisch en verward. Soms raken sommige werkers even de draad kwijt en stellen zich allerlei vragen: “Waar zijn we eigenlijk mee bezig- Wat voor zin heeft het allemaal-” En soms kan je ontmoedigd worden door de tegenstand. Maar laten we niet vergeten: Gods plan wordt uitgevoerd. Hij heeft het allemaal volledig onder controle.
Bovendien is het goed om regelmatig het plan in te kijken. Het is niet altijd even makkelijk en eenvoudig. Maar kan het anders- We zijn tenslotte geen zandkasteel aan het bouwen. We zijn betrokken in een immense bouwonderneming. Het gaat om Gods eeuwige heilsplan. We hebben te maken met de Heer van het universum, die miljoenen sterren en sterrenstelsels bij naam kent, de Heer die de tijd en ruimte geschapen heeft. Bovendien is de tegenstander een verdorven, doch machtige engelenvorst. Natuurlijk is het ingewikkeld. Het gaat immers niet om een kindersprookje, het gaat om het behoud en de verdere toekomst van de mensheid.
Eerst en vooral dienen we ons af te vragen wat het doel van Gods plan is. Een plan of ontwerp heeft immers altijd een einddoel. En het is belangrijk dit doel steeds goed voor ogen te houden.
Stel je een ploeg arbeiders en ingenieurs voor, die bezig zijn met de bouw van een snelweg. Halverwege de werkzaamheden vindt plots een crisisvergadering plaats.
“Waar zijn we nu precies mee bezig?” vraagt de opzichter. “Kan iemand even mijn geheugen opfrissen? Wat zegt u? Een snelweg? Ja, natuurlijk, nu herinner ik het me opnieuw, we bouwen een snelweg. Maar waar moet die weg ergens heenleiden? Welke richting moeten we nu uit?”
Dit is vanzelfsprekend onzin. Vooraleer met de werken te starten, werd een plan opgesteld door bekwame ingenieurs. Zij wisten precies wat ze aan het doen waren en konden gedetailleerd uitleggen in welke richting de snelweg diende aangelegd te worden en vooral ook hoe het moest gebeuren. Tot op de millimeter werd alles nauwkeurig op voorhand berekend, uitgemeten en uitgetekend.
Een plan met een doel
Welk doel nu wil God bereiken met zijn plan? Een eerste antwoord vinden we in vers 4: God wil mensen in zijn nabijheid, voor zijn aangezicht en daartoe heeft Hij hen als zonen aangenomen (vs. 5). Een tweede doelstelling vinden we in vers 10: God wil alles in Christus samenvatten.
Maar voordat Paulus over de doelstellingen van het plan uitweidt, vestigt hij eerst onze aandacht op het tijdstip, waarop dit plan door God ontworpen werd: voor de grondlegging der wereld (vs. 4a).
Waarom zou Paulus dit tijdstip vermelden- Alleen om ons op de hoge ouderdom van dit plan te wijzen? Of zou hij nog iets anders in gedachten hebben? Bijvoorbeeld waarom de wereld en het heelal geschapen zijn. God had immers een plan: Hij wilde mensen voor Zijn aangezicht.
De eerste fase nu in dit plan bestond er in een leefwereld voor de mens te maken. Alles in de schepping staat ten dienste van de mens: de zon, de maan, de sterren, de zee, het water, de planten, de bomen, de dieren. Het is allemaal voor de mens geschapen.
De mens zelf is dus het hoogtepunt, de kroon op het scheppingswerk. En merk het verschil op tussen de mens en de rest van de schepping. Het bijzondere is namelijk dat de mens kan praten met zijn Schepper. De stille, diepe wens van elke schepper: contact hebben met de zelf ontworpen figuren. Welke auteur droomt er niet van een praatje te kunnen maken met de personages, die hij in zijn boek gecreëerd heeft, met hen van gedachten te kunnen wisselen.
De mens echter kan praten met zijn Schepper: hij heeft een zelfbewustzijn, hij kan nadenken, commentaar geven, zich een mening vormen. Hij kan zeggen: ik hou van U, ik wil bij U zijn. En wat vooral belangrijk is: hij kan dit zeggen uit vrije wil, als resultaat van zijn eigen keuze, en dus niet als een voorgeprogrammeerde computer.
Dit heeft alles te maken met Gods eerste doelstelling: mensen in zijn nabijheid hebben, voor zijn aangezicht zien. De mens mag een bijzondere relatie met zijn Schepper ervaren, de essentie van het eeuwige leven zelf7. En die relatie stelt God voor als een relatie tussen vader en zoon.
Een belangrijke vraag zou kunnen zijn: waarom heeft God de mens niet onmiddellijk zo geschapen- Waarom kunnen we niet onmiddellijk bij Hem zijn, voor zijn aangezicht- Waarom was het nodig eerst de aarde te scheppen- Dit kleine onooglijke planeetje, ergens in een afgelegen uithoek van het universum, zo ver verwijderd van het Vaderhuis.
Het antwoord ligt in vers 5, waar Paulus bevestigt dat wij bestemd zijn om als zonen van Hem AANGENOMEN te worden. Een mens kan immers niet geschapen of geboren worden als een zoon van God, net zo min als iemand kan geboren worden als een getrouwd persoon. Indien dit toch zou gebeuren, zou het huwelijk immers iets geheel anders zijn. Je wordt geboren als man, of als vrouw, met een knap of iets minder knap uiterlijk, de ene al wat intelligenter dan de andere, ieder met zijn eigen persoonlijke kenmerken, maar je wordt niet geboren als een getrouwd iemand. Eerst moet je opgroeien. Daarna moet je een keuze maken of je al dan niet wil trouwen. Zo ja, dan dien je een partner te kiezen, die dan zelf ook nog dient akkoord te gaan. Het huwelijk is dus in principe een relatie waar je voor kiest, gebaseerd op liefde.
Maar liefde kan je niet dwingen. Liefde is immers het resultaat van een vrije keuze. Vandaar dat je niet geboren wordt als een getrouwd iemand en dat je ook niet geboren wordt als een zoon van God.
Merk trouwens het verschil op tussen de geboorte als mens en de wedergeboorte als kind van God. De eerste geboorte vindt plaats zonder rekening te houden met de vrije wil. Niemand kan er voor kiezen noch er zijn toestemming voor geven. De wedergeboorte is echter het gevolg van iemands beslissing Gods aanbod te aanvaarden.
God heeft onze toestemming niet gevraagd om deze wereld en het ganse universum te scheppen. Hij heeft evenmin onze toelating gevraagd om ons als mensen te maken en ieder zijn eigen persoonlijkheid te geven. Maar Hij heeft wel uw toestemming gevraagd om met u gemeenschap te hebben. Hij klopte aan de deur van uw hart en nodigde u uit: wie dorst heeft, kome, en wie wil, neme het water des levens om niet8. God zal nooit iemand dwingen om als kind van Hem wedergeboren te worden en de eeuwigheid voor zijn aangezicht door te brengen.
We dienen dus goed te begrijpen dat we ons nu in een overgangsfase bevinden. Deze wereld, dit leven is niet Gods einddoel, maar is slechts een tijdelijk tussenstadium.
Christus centraal
Toen Paulus deze brief schreef, was nog maar kort daarvoor een zeer belangrijke fase in Gods plan aangebroken, namelijk de komst van Christus. En merk op hoe Christus een absoluut centrale rol speelt in dit plan: we zijn in Hem uitverkoren (vs. 4), door Hem aangenomen als zonen (vs. 5), in Hem begenadigd (vs. 6), enz.
Maar wat van uitzonderlijk groot belang is: Christus ruimde elke hindernis op, die Gods plan in de weg stond. En de belangrijkste hindernis vormden ongetwijfeld onze overtredingen (zie vs. 7), ons verzet tegen Gods geweldige plan. Soms was dit verzet onbewust, soms heel bewust. We wilden niets te maken hebben met Christus. We wilden alleen onze eigen zin doen, ons amuseren zonder Hem. We hadden het lef in opstand te komen tegen de Almachtige. En we deden dit in Zijn wereld, die Hij geschapen heeft. We maakten Hem duidelijk dat we in het geheel niet geïnteresseerd waren in Zijn plan. We verkozen om onze eigen weg te gaan.
Wat zou u in de plaats van de Schepper gedaan hebben- Hoe zou u gereageerd hebben-
Paulus wijst op de lof van de heerlijkheid Zijner genade: Hij was bereid ons vergeving en verlossing te schenken in Christus. En merk op hoe Hij dit deed: ditmaal was een woord, een bevel niet voldoende, zoals bij het ontstaan van de schepping. Ditmaal kostte het Hem een onvoorstelbaar hoge prijs: het bloed van Zijn Zoon (vs. 7).
Maar Gods genade bestaat niet alleen uit vergeving en verlossing. We krijgen ook inzicht in Zijn raadsplan. In vers 9 wijst Paulus er op dat wij het geheimenis van Gods wil mogen kennen. We mogen een blik werpen in Gods plannen en dit helpt ons mee te werken met God. Godsdienst is immers veel meer dan alleen maar rekening houden met een lijst van geboden en verboden. We worden ingeschakeld in de verwezenlijking van Gods heilsplan. We zijn medewerkers Gods9.
Gods tweede doel met Zijn plan is uiteindelijk alles samenvatten onder één hoofd, dat is Christus (vs. 10). Nu is dit wel een merkwaardige uitdrukking. Wat betekent dit precies, samenvatten onder één hoofd-
De oude Grieken gebruikten dit woord vooral als een term in de redenaarskunst10. Een goede toespraak diende immers opgesteld te zijn volgens een bepaalde structuur.
Uiteraard begint men eerst met een goede inleiding. Daarna wordt punt één behandeld: iets wordt uitgelegd, aangetoond of weerlegd. Daarna volgen punt twee, drie, vier, vijf, enz. Wanneer echter punt zes behandeld wordt, kan het best zijn dat de meeste toehoorders al lang vergeten zijn waar punt één over handelde. Dan is het niet ongewoon dat meer en meer diepe rimpels en peinzende blikken beginnen te verschijnen.
Waar wil de man toch naartoe, wat bedoelt hij toch allemaal, wordt dan bijna luidop gedacht. Wat hij nu zegt lijkt toch niet hetzelfde als wat hij in punt drie zei?
Maar de redenaar weet precies wat hij doet en waar hij heen wil. Als hij aan het einde gekomen is, na punt veertien of zoiets, komt de grote finale, ‘de volheid der tijden’. Dan volgt een korte samenvatting van alles wat hij in de voorgaande punten omstandig heeft uiteengezet. Hij toont dan de samenhang, het onderlinge verband. Dan zie je hoe bij de meeste toehoorders plots een licht opgaat. “Aha,” mompelen ze dan, “nu begrijp ik het, nu zie ik wat hij bedoelt. Alles is me ineens duidelijk.”
Dat is wat God op zekere dag zal doen door middel van Christus: een grandioze samenvatting geven. Nu bevinden we ons immers nog midden in Gods indrukwekkende redevoering. Een redevoering, waarvan de eerste woorden gesproken werden bij het begin der schepping. God sprak, en het was er.
Maar, wat was dan precies Gods boodschap bij de schepping van dit imposante heelal- Wat zou Hij gezegd hebben bij het ontstaan van de sterrenstelsels, de melkweg, de zon en de maan?
En wat moeten de engelen toen gedacht hebben? Wat zou er bijvoorbeeld in Michaël omgegaan zijn die eerste dag van de schepping?
“Interessant Heer, bijzonder boeiend, nooit eerder gezien, werkelijk indrukwekkend. Maar wat bedoelt U precies te zeggen?”
Toen volgde de tweede en de derde dag. En daar kwamen de giraffe, de krokodil, de kangoeroe, de chimpansee, en vele, vele anderen.
“Buitengewoon interessant, Heer, sommige zijn echt grappig, bijzonder amusant, heel origineel, mijn complimenten! Maar wat is precies de boodschap …?”
Wat een indrukwekkende redevoering, vooral toen een eerste absolute climax bereikt werd: de schepping van de mens, naar Gods beeld en gelijkenis. Ongetwijfeld keken de engelen toen ademloos toe. Ze begrepen dat wat toen gebeurde hoogst ongewoon en zeer bijzonder was.
Maar plots leek het helemaal fout te lopen. Gods redevoering werd verstoord door een pijnlijke, valse en dissonante noot: de zondeval. En dit bleek nog maar het begin te zijn van wat spoedig aanzwol tot een afschuwelijk klinkende kakofonie. Tot God drastisch ingreep met de zondvloed! Alleen, wat bedoelde God precies te zeggen?
Daarop volgde de redding van Noach, de roeping van Abraham, de ene ingreep van God na de andere. Een redevoering, waar maar geen einde leek aan te komen. Alleen, wat was Gods boodschap in dit alles? Wat was het onderwerp, het thema van deze indrukwekkende redevoering? Welk aandeel had bijvoorbeeld Leviticus? Wat wou God zeggen met de tabernakel, al de verschillende offers, de priesterdienst, enz.?
En vele honderden jaren later kwam Christus. Wat bedoelde God toen te zeggen? En waarom begrepen slechts zo weinigen de boodschap- En waarom begrijpen ook nu nog altijd zovelen Gods boodschap niet? En wat als Christus straks terugkomt? Wat zal dan Gods boodschap zijn?
We bevinden ons midden in de grootste redevoering aller tijden. En wij, Gods kinderen, mogen daar een onderdeel van zijn: een woord, een zinnetje, een komma, sommigen misschien veeleer een vraagteken.
God spreekt. Alleen, we begrijpen het nog niet allemaal even duidelijk. “Want onvolkomen is ons kennen en onvolkomen ons profeteren. Doch, als het volmaakte komt, zal het onvolkomene afgedaan hebben. Nu ken ik onvolkomen, maar dan zal ik ten volle kennen, zoals ik zelf gekend ben.”11
Straks volgt de grote samenvatting in Christus. Alles zal dan duidelijk worden, kristalhelder. Elk onderdeel van de puzzel zal precies op zijn plaats vallen.
Gods plan niet uit het oog verliezen
Maar toch mogen we nu reeds heel wat weten en begrijpen. We krijgen immers inzicht in Gods heilsplan, dank zij Gods Woord. Het profetische woord, dat schijnt als een lamp in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw harten.12
Het gevaar van duistere plaatsen is dat men er verdwaalt en niet meer weet waar men zich precies bevindt. Dit kan ook christenen overkomen. Waar zijn we mee bezig- Wat wil God- Waar gaan we heen- Wat is de bedoeling van ons christen-zijn? Hoe belangrijk is de gemeente-
Daarom is het goed om regelmatig Gods plan in te zien. Voorgangers, oudsten en leraars dienen de gemeenteleden daar bij te helpen. Dit kunnen ze doen door hun prediking en onderricht zoveel mogelijk in de context van Gods raadsplan te plaatsen. Als toehoorders dienen we er regelmatig aan herinnerd te worden in welk stadium van dit plan we ons op dit ogenblik bevinden. Enerzijds zijn we nu reeds in Christus in de hemelse gewesten. Anderzijds zijn we nog altijd hier in deze wereld, bezig heilig en onberispelijk te worden. En vooral het einddoel mogen we nooit uit het oog verliezen: God wil zonen voor Zijn aangezicht. Wanneer de voorschriften en geboden uit Gods Woord belicht worden tegen de achtergrond van dit geweldige plan, zullen we des te meer gemotiveerd zijn om er ernst mee te maken.
Ook verdient het aanbeveling de verschillende onderdelen van Gods plan regelmatig te behandelen. In Ef. 1:3-14 gebruikt Paulus o.a. de volgende termen: uitverkiezen, heilig, liefde, bestemd als zonen te worden aangenomen, de heerlijkheid en de rijkdom van Gods genade, begenadigen, verlossing, vergeving van overtredingen, Gods wil, het erfdeel waartoe we bestemd zijn, enz.
Laten we daarbij oppassen voor eenzijdigheid en ons niet beperken tot zogenaamde stokpaardjes. Het gaat er om de ganse raad Gods te verkondigen, alle onderdelen van Gods plan onder de aandacht te brengen.
Niet zonder gebed
Tenslotte mag vooral het belang van gebed niet onderschat worden. Als u Gods geweldige plan met woorden begint uit te leggen, ook al bent u een indrukwekkende redenaar en gebruikt u tientallen illustraties, dan is dit alles nog geen garantie dat uw toehoorders het zullen begrijpen.
Er is meer nodig om het echt te begrijpen en Paulus wist dit. Na zijn commentaar op Gods indrukwekkend raadsplan, vervolgt hij met een gebed voor zijn lezers13. Hij bidt opdat de ogen van hun hart zouden verlicht worden, opdat ze Gods plan beter zouden begrijpen.
Hoe vaak staat dit gebedspunt op de agenda van onze bidstonden?
EINDNOTEN
- Hand. 20:25.
- Hand. 20:22-23.
- Hand. 20:29-30.
- Hand.20:28.
- Hand.20:32
- Hand20:26-27, zie ook vers 20.
- Zie Joh. 17:3.
- Openb. 22:17.
- 2 Kor. 6:1, 1 Tess. 3:2.
- Voor de betekenis van anakephalaioomai zie H.G. LIDDEL & R. SCOTT, A Greek-English Lexicon: sumup the argument of an orator.
- 1 Kor. 13:9, 10, 12b.
- Zie 2 Petr. 1:19.
- Ef. 1:15-21.