Burn-out! En nu?

A A A

Is het u ook opgevallen? Je hoort steeds vaker dat iemand uitvalt door een burn-out of op het randje van totale uitputting balanceert. Allerlei vormen van energieproblemen lijken de kop op te steken. Toeval, of is er meer aan de hand? Tijd om even stil te staan bij wat een burn-out is. Welke oorzaken kunnen aan de oorsprong ervan liggen? En hoe kunnen jij en je omgeving omgaan met deze ingrijpende gezondheidsproblemen?

Wat is burn-out?
Je vindt heel wat omschrijvingen van het begrip burn-out terug in de literatuur. Globaal genomen komt het er op neer dat je je lichamelijk en geestelijk totaal uitgeput voelt. Je bent opgebrand. Vaak gaat hier een reeks van allerlei fysieke en psychische (stress)klachten aan vooraf. Denk aan moeheid, slapeloosheid, spierpijn, hoofdpijn, duizeligheid, maag- en darmproblemen, angsten, vergeetachtigheid en emotionele onbalans. Er volgen medische onderzoeken die dikwijls niets opleveren. Toch loopt de situatie zo op dat er een fysieke en mentale crash volgt.

Het begrip burn-out vinden we niet terug in de medische gids over psychische zaken, de DSM-V (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders). De symptomen van een burn-out lijken echter wel sterk op de symptomen die omschreven staan onder de categorie ‘aanpassingsstoornissen’ uit DSM-V. Dat zijn stoornissen die optreden na ‘blootstelling aan kwellende gebeurtenissen’, bijvoorbeeld trauma’s en stress.

Oorzaken van burn-out
Als je een burn-out dus zou bekijken als een aanpassingsstoornis, kan je in dat geval zeggen dat trauma’s en stress mede de oorzaak kunnen zijn van een burn-out.

Vaak wordt ook de werkcontext van iemand als belangrijkste oorzaak aangeduid voor het ontstaan van een burn-out. Maar er zijn ook mensen die burn-out geraken buiten een professionele werkcontext en toch in een fysieke en psychische uitputting terecht komen. Totaal opbranden kan je dus ook als je geen werk hebt.

De werk- of leefsituatie waarin je je bevindt kan op het eerste gezicht de aanleiding lijken van je burn-out. Toch moeten we de hand ook in eigen boezem durven steken en onderzoeken welke persoonlijke factoren aan de basis liggen waardoor onze werk- of leefsituatie te zwaar wordt. Onverwerkte gebeurtenissen uit ons verleden kunnen nazinderen. Maar ook ons denken heeft veel invloed op ons (wel)zijn alsook leven in aanhoudende stress. Dat zagen we terug in de omschrijving van het begrip ‘aanpassingsstoornissen’ uit DSM-V.

De cultuur van onze huidige Westerse maatschappij speelt ongetwijfeld ook een rol. Veel werknemers gaan gebukt onder zware, aanhoudende werkdruk. Nog te veel werkgevers hebben te weinig zorg en aandacht voor het welzijn van hun werknemers. Maar werkgevers gaan ook gebukt onder ongezonde prestatiedruk. Daarbij komt dat we in een maatschappij leven die alsmaar killer en liefdelozer wordt. “En doordat de wetteloosheid zal toenemen, zal de liefde van velen verkillen” lezen we in Mattheüs 24:12.

Om weer te herstellen en om een nieuwe burn-out te voorkomen, is het belangrijk dat je inzicht krijgt in de factoren die hebben geleid tot je burn-out. Je kan daarvoor terecht bij professionele hulpverleners. En een goed gesprek met iemand die in een gelijkaardige situatie heeft gezeten, kan je moed en (h)erkenning geven.

Geestelijke dimensie
Als kind van God mag je voor ogen houden dat God alles wat er in je leven gebeurt – ook een burn-out – wil laten meewerken ten goede. Hoe Hij dat doet, dat is Zijn soevereiniteit. Hij zal zijn belofte nakomen en vaak op een manier die we zelf nooit hadden kunnen bedenken.

“Wij weten dat voor hen die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede, voor hen namelijk die overeenkomstig Zijn voornemen geroepen zijn. Want hen die Hij van tevoren gekend heeft, heeft Hij er ook van tevoren toe bestemd om aan het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te zijn” (Romeinen 8:28-29a).

De satan grijpt je zwakheid aan om je in te fluisteren hoe wanhopig je situatie is en wil niets liever dan dat je wegzinkt in zelfmedelijden, hopeloosheid en uitzichtloosheid. Maar we mogen ons sterken in de wetenschap dat God krachtig kan werken als wij ons zwak en hopeloos voelen! “Maar Hij heeft tegen mij gezegd: Mijn genade is voor u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Daarom zal ik veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij komt wonen. Daarom heb ik een behagen in zwakheden: in smadelijke behandelingen, in noden, in vervolgingen, in benauwdheden, om Christus’ wil. Want wanneer ik zwak ben, dan ben ik machtig” (2 Korintiërs 12:9-10).

Het vraagt overgave en vertrouwen op God om dit Paulus na te zeggen. Want willen we niet liever sterk en krachtig overkomen? Maar juist dan staan we Hem vaak in de weg.

In Psalm 84:6-8 lezen we: “Gelukkig wie bij u hun toevlucht zoeken, met in hun hart de wegen naar u. Trekken zij door een dal van dorheid, het verandert voor hen in een oase; rijke zegen daalt als regen neer. Steeds krachtiger gaan zij voort om in Sion voor God te verschijnen.”

Met deze beloften voor ogen durven we het proces om uit je burn-out te komen in Zijn handen te leggen. We weten niet waar dat toe zal leiden, enkel dat Hij er is en trouw is aan ons. Hij wil dag aan dag voorzien in wat nodig is. Als je dicht bij Hem blijft, juist in jouw donkere dal, zal het uiteindelijk veranderen in een oase!

In het volgend werkkader geven we praktische aanbevelingen mee, voor jezelf, je omgeving en hulpverleners.

Praktisch werkkader voor het omgaan met een burn-out
Je weg naar herstel kan je grofweg indelen in drie fasen. De eerste stap is uitrusten en terug in balans komen. Vervolgens is het belangrijk om inzicht te verwerven in de oorzaken van je burn-out. Met die inzichten kan je aan de slag om je een nieuwe, gezondere levensstijl eigen te maken. Vraag zeker ook advies aan professionele medici zoals je huisarts, je begeleidend dokter of een specialist zodat vanuit die hoek wordt meegekeken met de stappen die jij wil zetten.

Aandachtslijn 1: Uitrusten en tot een nieuwe (tijdelijke) balans komen

Waarschijnlijk zit je thuis met ziekteverlof. Het belangrijkste is om eerst tot rust te komen. Maak je agenda leeg en doe enkel nog de dingen die echt urgent en noodzakelijk zijn.
Respecteer je lichamelijke grenzen. Leer luisteren naar de signalen die je lichaam geeft. Bij inspanningen mag je niet over je grenzen gaan. Meestal heb je nood aan rust in je hoofd (hersenen), dat kan betekenen: geen televisie, geen computer, niet autorijden, gedoseerd ziekenbezoek ontvangen, stilte opzoeken. Je moet je hersenen, lichaam en zintuigen rust geven.
Bij constante moeheid mag je in het begin gerust veel slapen. Belangrijk is dat de kwaliteit van je nachtrust er niet onder lijdt. Probeer te voorkomen dat je dag- en nachtritme worden omgegooid. Werk toe naar een normaal slaapritme met hooguit een middagdutje (wekker zetten). Probeer bij slapeloosheid voldoende te ontspannen voor het slapengaan, neem een warm bad, doe ontspanningsoefeningen en mijd cafeïne, alcoholgebruik en laat op de avond eten.
Let er (vooral in het begin) goed op dat je bij een betere dag niet opeens te veel gaat doen. Dat bekoop je je achteraf. Bouw je activiteiten gestaag en evenwichtig op.
Beweging blijft belangrijk. Bekijk met je huisdokter, kinesist (fysiotherapeut) of fitnessbegeleider hoe je conditie en kracht kan opbouwen.
Gezonde voeding eten is essentieel. Vraag advies als je je voedingspatroon wil aanpassen en als je medicatie en voedingssupplementen wil/moet gebruiken.
Doe dingen waar je ontspannen van wordt. Veel mensen moeten opnieuw ontdekken wat hun ontspanning geeft (hobby’s) en dit ook gaan doen.
Vergeet je dagelijkse dosis (zon)licht niet.
Leer je richten op het hier en nu. Met ontspanningsoefeningen kan je je oefenen om je te richten op dat wat je zintuigen waarnemen. Wat proef, voel, ruik, zie ik nu? Bedenk wat de mooie dingen zijn waarvan je vandaag kan genieten.
Vaak is het in de beginperiode moeilijk om je te concentreren, iets te lezen of te bekijken. Gebruik de beperkte tijd die je hebt om je geestelijk te versterken en bij God tot rust te komen (via Stille Tijd, praise- en worshipmuziek beluisteren, wandelen of fietsen terwijl je in gesprek met God bent, etcetera)

Aandachtslijn 2: inzicht verwerven

Zoek professionele en praktische hulp voor jezelf (en je gezin). Verwacht niet dat iedereen je situatie zal begrijpen, maar zoek een paar mensen aan wie je steun hebt.
Probeer inzicht in het verleden te krijgen en onderzoek of er omstandigheden zijn die hebben bijgedragen tot deze burn-out.
Probeer zicht te krijgen op je denken, welke denkpatronen heb je, hoe perfectionistisch ben je, hoe reageer je op stress, hoe kijk je naar jezelf?
Onderzoek welke dingen je energie geven en welke dingen de energie bij je wegzuigen. Zoek hier de juiste balans in.
Vraag de Heilige Geest je in dit proces te leiden. De Heilige Geest wil je tonen waar je vast loopt en wil je helpen te veranderen.
Hoe staat het met de kwaliteit van je geestelijk leven? Ontmoet je de Here God? Leef je in afhankelijkheid van Hem? Zit je vast aan geestelijke eisen en verwachtingen? Voel je je geliefd door God? Wat betekent genade voor jou? Welke oplossingen reikt de Bijbel jou in deze omstandigheden aan?
De relatie met je partner komt in deze omstandigheden vaak onder druk te staan. Blijf met elkaar in gesprek en zie er op toe dat je partner ook de zorg en ontspanning krijgt die nodig is.
Je partner kent je heel goed. Hoe kijkt zij/hij aan tegen je burn-out? Hoe kan zij/hij jou ondersteunen?
Hoe ziet jullie gezins-agenda er uit? Moeten er aanpassingen gebeuren of hulp gevraagd worden?
Welke anderen (werkgever, familie, kerk,…) zouden een rol kunnen spelen in de oorzaak van jouw burn-out? In welke zin? Wat kan hieraan gedaan worden?
Hoe is je werksituatie? Moet je dingen anders aanpakken? Let je voldoende op je grenzen? Ben je perfectionistisch? Zit je nog op de juiste werkplek? Is het wenselijk om loopbaanbegeleiding op te starten? Wat kunnen je personeelsdienst, bedrijfsarts en andere begeleidende medische diensten voor jou doen

Aandachtslijn 3: veranderen en verankeren

Wat heb ik mogen leren uit de afgelopen periode op emotioneel, geestelijk, lichamelijk en psychisch vlak? Denk ik anders? Bekijk ik dingen nu anders? Kan ik me beter ontspannen? Is mijn geloofsleven gegroeid?
Zijn er thema’s waar je aan wil blijven werken? Bijvoorbeeld grenzen stellen, minder perfectionistisch zijn, beter ontspannen, genieten van het ‘hier en nu’, een gezond geestelijk leven ontwikkelen, je beeld van God bijstellen, werken aan een reëel zelfbeeld?
Hoe wil ik wat ik leerde, vasthouden?
Wanneer je opnieuw gaat werken (op dezelfde plaats of in een nieuwe baan): wat wil ik anders aanpakken? Hoe ga ik er in staan? Hoe neem ik de regie over mijn houding, mijn mentaliteit, mijn gezondheid…?

EXTRA aandachtpunt: de omgeving van de patiënt!

In het hele proces van burn-out wordt de zorg voor je huwelijk, je gezin en je kind(eren) nogal eens over het hoofd gezien. Bekijk samen hoe vrienden, familie en de kerk kunnen helpen.
Zorg dat de andere gezinsleden af en toe de mogelijkheid hebben om er eens tussenuit te gaan. Moedig hen aan dit te doen, ook als je zelf een tijdje niet in staat bent mee te gaan. Geniet bewust van de dingen die je wel samen kunt doen.
Geef je kinderen gepast en op hun niveau uitleg over wat er met mama of papa aan de hand is. Geef hen ruimte om te uiten wat zij denken, voelen,…
Ga als koppel biddend door deze periode heen. Het is een tijd van beproeving. Die kom je enkel op een goede manier door, als je samen dicht bij Hem blijft. Ondanks de moeite is dit ook een periode waarin jullie relatie met elkaar, het gezin én met God zich kan verdiepen. Aan die belofte mogen we ons vasthouden!

Literatuur
Internet
www.beroepsziekten.nl/node/57
www.burnout.be
www.burnout.nl
Boek
Dewulf, Luc en Vangronsveld, Guido, ‘Help! Mijn batterijen lopen leeg’, Uitgeverij Lannoo Campus