Celia was naar de hulpverlening gekomen om ‘hulp te krijgen bij het aanknopen en onderhouden van relaties’. Zij noemde zichzelf ‘een wandelende afwijzing’ en onder tranen beschreef ze haar onbekwaamheid om ook maar één ’trouwe vriend’ te vinden. God leek ver weg; toch hield Celia klagend vol dat ze ‘niet zo’n slecht iemand’ was, zeker
Verder lezen?
Het volledige artikel lezen is uitsluitend mogelijk voor abonnees.
Bent u al abonnee? Log dan in en lees verder.