Wanneer zijn wij tevreden? Is dat als alles goed en voor de wind gaat? Sommige mensen zijn altijd op zoek naar meer of beter. Nooit is het goed. Over tevredenheid gesproken. Onlangs las ik een prachtige anekdote die me pakte en me aan het denken zette.
Een rijke fabriekseigenaar zag tot zijn afschuw een visser lui naast zijn boot liggen en een sigaret roken. ‘Waarom ben je niet aan het vissen?’ vroeg de fabriekseigenaar. ‘Omdat ik genoeg vis heb gevangen voor vandaag’, zei de visser. De man: ‘Waarom vang je er niet nog een paar?’ De visser: ‘Wat zou ik ermee moeten?’ ‘Je zou geld kunnen verdienen’ luidde het antwoord. ‘Daarmee zou je een motor op je boot kunnen laten monteren om verder de zee op te gaan en meer vis te vangen. Dan zou je genoeg verdienen om nylon netten te kopen. Die zouden je meer vis en meer geld opleveren. Al gauw zou je genoeg geld hebben om twee boten te bezitten. Misschien wel een hele vloot. Dan zou je een rijk man zijn, net als ik.’ ‘Wat zou ik dan doen?’ vroeg de visser. ‘Dan zou je werkelijk van het leven kunnen genieten’ zei de fabriekseigenaar. ‘Maar wat denk je wat ik nu aan het doen ben?’ antwoordde de visser.
Het is de apostel Paulus die aan zijn geestelijke zoon Timotheüs schrijft dat er in de laatste dagen zware tijden zullen aanbreken (2 Timotheüs 3:1). Vervolgens noemt hij een aantal kernmerken. Onder andere dat mensen in die tijd liefhebbers zullen zijn van zichzelf en ook dat ondankbaarheid hun hart vervult. Ondankbaarheid en ontevredenheid liggen wat betekenis betreft dicht bij elkaar. Paulus beschrijft in de eerste verzen van 2 Timotheüs 3 de afbrokkeling van het menselijke karakter, de ethiek en de moraal. Het onderliggende probleem hiervan beschrijft de Bijbel als ongezonde zelfliefde. Een liefde die uitstijgt boven de liefde tot God en tot de naasten. We zouden het kunnen samenvatten met het begrip ‘hedonisme’. Dat betekent zoveel als het streven naar geluk als belangrijkste doel in het leven, en het zoeken naar genot als de enige bron van zelfontplooiing en zelfvervolmaking.
Voordat ik verder ga, maak ik even een pas op de plaats. We komen in de Bijbel namelijk ook zoiets tegen als ‘heilige ontevredenheid’. Denk bijvoorbeeld aan het verlangen naar geestelijke groei dat je hart kan vervullen. We lezen in 2 Petrus 3:18 ‘Maar groei in de genade en kennis van onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid, zowel nu als in de dag van de eeuwigheid. Amen.’ Of wie denkt niet aan de bekende woorden uit Hebreeën 12:14 ‘Jaag de vrede na met allen, en de heiliging, zonder welke niemand de Heere zal zien.’ In deze Bijbelverzen klinkt niet alleen een verlangen door, maar wordt er eerst en vooral een appèl gedaan op ons hart en geweten om ‘heilig ontevreden’ te zijn en ons uit te strekken naar meer gelijkvormigheid aan het beeld van Jezus (Romeinen 8:29). Wat een zegen als u dat herkent in uw eigen leven. In dit artikel ligt het accent echter op de negatieve vorm van ontevredenheid dat – zoals genoemd – voortkomt uit een ongezonde zelfliefde en een kenmerk is van de eindtijd.
Nadat de Heere God de schepping had voltooid lezen we in Genesis 1:31 ‘En God zag al wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed.’ Het was ook de tijd dat het schepsel zich verheugde en voldoening vond in zijn Schepper. Er was sprake van volkomen harmonie en tevredenheid. Wat was hiervan de reden? De mens was volkomen op God gericht. Ik las in de Westminster Confessie (Engelse geloofsbelijdenis) een prachtige vraag met betrekking tot het scheppingsdoel van de mens. Het antwoord luidt: ‘To glorify God and enjoy Him forever’. Beter kan ik Gods scheppingsdoel niet verwoorden. De mens is geschapen om God te verheerlijken en Hem voor eeuwig te genieten.
Dat de genoemde paradijselijke tevredenheid niet is gebleven, mag duidelijk zijn (Genesis 3). Het is in onze tijd met de ogen te zien en met de handen te tasten. We leven in een maatschappij en cultuur waarin ontevredenheid wordt gevoed en waarin men ons wil doen geloven dat het leven maakbaar is. De media speelt in deze een prominente rol. Via kranten, televisie, magazines, internet en sociale media wordt een honger gevoed naar méér, beter, groter en mooier. Het succes-denken verslaat z’n duizenden en de mens met z’n verlangens en behoeften komt steeds meer in het middelpunt te staan. En dat met alle wrange gevolgen van dien. Het gevolg van ontevredenheid is niet alleen dat we worden weggezogen bij Gods oorspronkelijke scheppingsdoel, maar ook dat negativiteit en jaloezie ons hart en denken gaat vervullen.
Het is opmerkelijk dat in de Bijbel het meest door de apostel Paulus wordt geschreven over tevredenheid. We leren hem kennen als een man die beproefd en gelouterd is door het lijden als gevolg van de navolging van Christus. En uitgerekend Paulus getuigt in Filippenzen 4:11b ‘Want ik heb geleerd tevreden te zijn in de omstandigheden waarin ik verkeer.‘ Wat een indrukwekkend getuigenis, juist als je studie maakt van Paulus’ leven en wat hij al niet heeft doorgemaakt. Paulus heeft geleerd om tevreden te zijn. Het is blijkbaar geen aangeboren kwaliteit. Wat een troost en bemoediging dat je kunt leren om tevreden te zijn. Het woord dat vanuit het Grieks vertaald is met ‘leren’ heeft niet alleen betrekking op formeel onderwijs waardoor kennis wordt vermeerderd, maar vooral op leren vanuit ervaring. Kortom, de Heer heeft Paulus niet alleen intellectueel gevormd, maar ook door de rauwe werkelijkheid van het leven.
In het woord ‘tevredenheid’ zit het woord ‘vrede’. In de Bijbel wordt vaak gesproken over vrede: Shalom (Hebreeuws, Oude Testament) of Eirene (Grieks, Nieuwe Testament). De Bijbelse betekenis van ‘vrede’ houdt meer in dan de afwezigheid van oorlog. Het heeft veel meer de betekenis van heelheid, compleet zijn en welbevinden. Vrede is onderdeel van de vrucht van de Heilige Geest (Galaten 5:22). En zoals het in de natuur tijd vraagt voordat de vrucht zich gaat zetten, zo vraagt het ook tijd voordat de geestelijke vrucht zich gaat zetten in ons leven. Het is een proces om te groeien in tevredenheid. Houd dat in gedachten!
Iemand vraagt: ‘Hoe kan ik leren om tevreden te zijn in de omstandigheden waarin ik verkeer?‘ Of om in het beeld van de natuur te blijven; ‘Hoe kan de vrucht van tevredenheid zich in mijn leven ontwikkelen?’ Het is dezelfde Paulus die hiervoor een aantal sleutels aanreikt in Filippenzen 4. Allereerst valt het op dat Paulus in zijn onderwijs ruimte geeft voor het hebben van verlangens en begeerten. Dat is niet per definitie een uiting van ontevredenheid, integendeel. Wel voegt hij eraan toe dat je deze verlangens bij de Heer bekend moet maken. Met andere woorden; bespreek dit open en eerlijk met Hem. Ken Hem in al je wegen. Vervolgens moet je de Heer ook voor je begeerten kunnen danken. Je verlangens moeten dus niet strijdig zijn met Bijbelse principes. Als derde is het ook belangrijk dat je je verlangens los kunt laten en ze aan de Heer overgeeft. Hieruit spreekt vertrouwen dat Hij zal doen wat tot Zijn eer en tot opbouw van je leven is (Filippenzen 4:19-20). Zijn naam is namelijk Jaweh Jireh, de Heere zal voorzien.
De belangrijkste sleutel die Paulus aanreikt, lezen we in Filippenzen 4:13 ‘Alle dingen zijn mij mogelijk door Christus, Die mij kracht geeft.‘ Christus zelf is de bron en het geheim van tevredenheid. Het kennen van Hem en het verenigd zijn met Hem door het geloof heeft ons deelgenoot gemaakt van het leven uit God. We delen hierdoor niet alleen in de vergeving van zonden, de inwoning van de Heilige Geest en uitzicht op eeuwig leven, maar ook in Gods bescherming, bewaring en Zijn voorziening. En dat in tijden van voor- en tegenspoed. In Psalm 84:7 wordt het kernachtig verwoord; ‘Gaan zij door het dorre dal van de moerbeibomen, dan maken zij God tot hun bron; ook zal de regen hen overvloedig bedekken.’
Paulus had door Gods genade geleerd om te midden van de gebrokenheid van het leven tevreden te zijn. Hij sprak niet zozeer over wat hem ontbrak, maar veel meer over wat hij in Christus had ontvangen. Dat bepaalde zijn hartsgesteldheid en zijn staan in het leven. Hij is ons daarin tot voorbeeld. Ik moest in dit verband denken aan de les van de fuut. De fuut komt als broedvogel voor in allerlei soorten wateren, van stadsparken en grachten tot duinmeren, moerasgebieden, randen van grote wateren en riviernatuur. Nu heeft een fuut alle reden om jaloers te zijn op andere (water)vogels. Hij kan namelijk niet goed vliegen en stijgt maar heel langzaam op. De fuut is zwaar gebouwd en kan op de grond nauwelijks lopen. Maar deze watervogel kan daarentegen duiken als de beste en dieper dan bijna alle andere vogels. En dat is heel handig om vissen te verschalken die zich in diep water veilig wanen. In plaats van te treuren over zijn tekortkomingen en hetgeen hem ontbreekt, geniet hij van dat heerlijke duiken en daarmee komt hij tot het doel waarvoor God hem heeft geschapen.
De Heer geve ons genade om het getuigenis van Paulus en de les van de fuut als een Maria te bewaren in ons hart.